Over Weijers & Mertens
Joris Weijers en Ton Mertens. Twee bevlogen professionals, twee verschillende praktijken en een gemeenschappelijk thema: de loonaangifte. Als ervaren sprekers en docenten delen ze graag hun kennis, hun ervaring en hun mening. Daar is deze site voor bedoeld. Met onder meer hun gezamenlijke cursusaanbod, de unieke W&M database voor de loonaangifte en allerlei actualiteiten. Voor payrollspecialisten en anderen die graag willen weten wat nodig is voor een juiste loonaangifte.
mr. Joris Weijers: fiscaal-jurist, ervaren payrollspecialist en eigenaar van Pay-Check - meer over Joris
mr. Ton Mertens: fiscaal-jurist, ervaren adviseur loonheffingen, docent aan de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit - meer over Ton
Lees meer
Joris: 'Ton en ik hebben elkaar ontmoet op de Universiteit van Amsterdam. Ik had al veel praktijkervaring als salarisprof en wilde mijn kennis op fiscaal terrein verbreden en verdiepen'
Ton: 'Joris was de student die al veel wist. Ik kon hem vooral vertellen waar je wat hij wist in de wet kunt vinden. Sinds die tijd zijn wisselen we veel kennis uit en adviseren we elkaar bij onze praktijk.'
Joris: 'Het unieke van onze samenwerking is dat we plezier hebben in zowel de theorie als de praktijk van de salarisadministratie. Daar discussiëren we samen al jaren over. Hoe zit het nu precies en hoe los je het ook nog praktisch op?'
Ton: 'Dat praten zit in onze genen. Net als het delen van kennis en het vinden van oplossingen die werken. We verzorgen al sinds jaren alleen en samen allerlei cursussen en seminars.
Joris: ‘Als juristen valt ons op dat de Belastingdienst op het punt van de loonaangifte allerlei regeltjes bedenkt die wij nergens in de wet terug kunnen vinden. Of die je heel verschillend zou kunnen uitleggen.'
Ton: 'Wij missen daarnaast een goede discussie over de vraag of al die regeltjes wel nodig zijn. Payrollprofs zijn altijd druk met de vraag hoe de regels moeten worden uitgevoerd. Om het beter te begrijpen willen wij ook het 'waarom' van de regels kunnen vertellen.'
Joris: 'Zo kwamen wij op drie dingen. 1. Kennis over de loonaangifte verzamelen. 2. Vragen stellen of en waarom het zo moet. 3. Kennis delen.'
Ton: 'Dat is waar deze site over gaat. Het verzamelen en delen van kennis over de loonaangifte. Dit doen we voor salarisprofs en anderen die ook graag precies willen weten hoe het zit.'
Cursusaanbod
Wij ontwikkelen en geven hoogwaardige cursussen en seminars voor iedereen die alles wil weten over de loonheffingen en hoe de payrolladministratie daarbij optimaal functioneert.
In de eerste plaats vormen payrollspecialisten onze doelgroep. Maar we organiseren ook cursussen voor belastingadviseurs, accountants, arbeidsrechtadvocaten en HR-professionals.
Drie zaken staan bij onze bijeenkomsten voorop: kwaliteit, interactiviteit en kleinschaligheid. Naast ons programma verzorgen wij ook cursussen en seminars op maat.
Bekijk aanbodHet Team
Joris Weijers
Fiscaal-jurist, payrollspecialist, eigenaar Pay-Check Lees meerMr. Joris (J.J.G.) Weijers is eigenaar van Pay-Check: het kantoor dat salarisadministraties verzorgt zoals het hoort. Met zijn team doet hij de loonaangiftes voor ruim 75 accountants- en administratiekantoren en meer dan 2.000 werkgevers. Tot zijn cliëntenkring behoren grotere en kleine MKB-bedrijven uit bijna alle bedrijfstakken. Hierbij komen vrijwel alle denkbare aspecten van de loonaangifte aan de orde.
Zijn jarenlange praktijkervaring op het gebied van de payroll en de achtergrond van Joris als fiscaal-jurist staan garant voor een hoog kwaliteitsniveau. Zijn sterke servicegerichtheid heeft Joris onder meer te danken aan de Hoge Hotelschool waar hij in het verleden een opleiding heeft afgemaakt. Als ondernemer kan hij zich bovendien uitstekend verplaatsen in het wel en wee van zijn cliënten en kent hij als geen ander het verschil tussen theorie en praktijk.
Joris vertelt graag over zijn vak. Daarbij wil hij niet alleen vertellen hoe dingen in de praktijk werken, maar ook waarom dat zo is. Hij kan anderen goed uitleggen waar alle regels rondom de payroll vandaan komen en hoe ze werken. Hij verzorgt dan ook op een bevlogen manier opleidingen en cursussen op het gebied van de payroll voor diverse beroepsorganisaties en accountantskantoren, maar ook voor verzekeraars, assurantietussenpersonen en (grotere) bedrijven.
Lees minderTon Mertens
Fiscaal-jurist, adviseur loonheffingen, docent UvA Lees meerMr Ton (A.L.) Mertens is belastingadviseur sinds 1992. Hij is na zijn studie begonnen bij de Belastingdienst. Hij werkte toen onder meer bij het Bureau Loonbelasting van het Ministerie van Financiën. In 1992 stapte Ton over naar de belastingadviespraktijk. Hij was 20 jaar verbonden aan Loyens & Loeff, onder meer als voorzitter van de Praktijkgroep Loonheffingen.
Sinds 2012 is Ton zelfstandig belastingadviseur met de focus op loonheffingen. In die rol adviseert hij vooral grote(re) werkgevers en andere inhoudingsplichtigen. Maar ook belastingadviseurs, advocaten en HR-professionals.
Ton vertelt graag over zijn vak. Daarom heeft hij zijn werk als belastingadviseur altijd gecombineerd met het verzorgen van onderwijs. Zo is hij op dit moment als docent belastingrecht verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit. Voor beide universiteiten heeft hij het vak Loonheffingen op de kaart gezet. Daarnaast verzorgt hij met veel plezier beroepsopleidingen en cursussen op het gebied van de loonheffingen voor verschillende beroepsorganisaties, belastingadvieskantoren, advocatenkantoren en bedrijven.
Voor zijn studenten schreef Ton het boek Het beginsel van de minste pijn, een inleiding tot de loonheffingen. Daarvan verscheen augustus 2023 bij Ars Aequi de 17e druk. In zijn rol van annotator van de BNB kan hij zijn mening geven over arresten van de Hoge Raad. Ook deelt hij zijn visie door artikelen te schrijven, vooral voor tijdschriften op het gebied van het belastingrecht.
Lees minderW&M Database voor de loonaangifte
Om een juiste loonaangifte te kunnen doen moet iedere payrollspecialist op de hoogte zijn van talloze regels. Bij vrijwel al die regels draait het om specifieke begrippen. Dit is misschien wel het moeilijkste van het doen van een juiste loonaangifte: weten welke begrippen relevant zijn en wat ze precies betekenen.
Deze W&M database voor de loonaangifte is een digitaal doorzoekbaar overzicht van de belangrijkste begrippen waar een payrollspecialist mee te maken krijgt. Daarbij wordt niet alleen aangegeven wat deze inhouden maar ook waar ze te vinden zijn. En wij geven ook onze eigen mening en tips.
De begrippen zijn in de volgende categorieën ingedeeld:
- A. Begrippen met een wettelijke definitie.
- B. Begrippen zonder wettelijke definitie en niet genoemd onder C. Vermeld is de betekenis daarvan zoals wij die uit de regelgeving en jurisprudentie afleiden.
- C. Begrippen die in de Regeling gegevensuitvraag loonaangifte (RGL) worden genoemd. Vermeld is de definitie daarvan zoals opgenomen in de Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2024 Bestemd voor softwareontwikkelaars versie 2.0, 06 juli 2023.
- D. Een code waarvan de indeling niet in de RGL staat. Wij hebben de indeling gehaald uit de Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2024 Bestemd voor softwareontwikkelaars versie 2.0, 06 juli 2023.
- E. Afkortingen.
Let op: Deze database hebben wij naar eer en geweten samengesteld op basis van onze kennis en ervaring. Het is onze interpretatie van de regelgeving, jurisprudentie en overheidsinformatie. Hier kan geen vertrouwen aan worden ontleend. Evenmin de zekerheid dat de Belastingdienst er ook zo over denkt. Raadpleeg in geval van concrete vragen je belastingadviseur of de Belastingdienst.
Opmerkingen? Aanvullingen? Neem gerust contact met ons op.
W&M DatabaseBegrip | Definitie/Betekenis | Meer informatie | Waar te vinden? | Cat. |
---|---|---|---|---|
Aandelenopties | Een recht om een of meer aandelen of daarmee gelijk te stellen rechten te verwerven in de inhoudingsplichtige vennootschap of in een met de inhoudingsplichtige verbonden vennootschap, of een daarmee gelijk te stellen recht. | Er is een verschil tussen het toekennen van aandelen aan werknemers en het toekennen van aandelenopties. Aandelen die een werkgever aan een werknemer toekent worden fiscaal anders behandeld dan aandelenopties. | 10a lid 6 Wet LB | A |
Aangifte – zie loonaangifte | ||||
Aangiftetermijn | De termijn waarbinnen de loonaangifte moet worden gedaan. | Wanneer uiterlijk loonaangifte moet worden gedaan wordt vermeld op de uitnodiging van de Belastingdienst om aangifte te doen. Deze data worden jaarlijks door de Belastingdienst bekendgemaakt. Meestal is dat een maand na het einde van het aangiftetijdvak. | 28a lid 2 Wet LB | B |
Aangiftetijdvak | Het tijdvak waarover loonaangifte moet worden gedaan. | Het aangiftetijdvak kan een maand of vierwekenperiode zijn. NB 1: Een aangiftetijdvak is wat anders dan een loontijdvak! NB 2: Een aangiftetijdvak is wat anders dan een aangiftetermijn! | 1.1 onderdeel d Wtl | B |
Aanspraak | En recht om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen. | Aanspraken zijn in principe loon voor de LB, maar worden meestal vrijgesteld op grond van artikel 11 Wet LB. In dat geval zijn de uitkeringen op grond van die aanspraken loon. Dat noemen we de omkeerregel. | 10 lid 2 Wet LB | A |
Aantal contracturen per week | Het tussen de werkgever en werknemer vast overeengekomen aantal uren per week zoals opgenomen in of af te leiden uit de CAO of individuele arbeidsovereenkomst of dat voortvloeit uit de publiekrechtelijke aanstelling of de fictieve dienstbetrekking. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e uitgave, par. 29.11. Zie ook contracturen. | RGL | C |
Aantal verloonde uren | Het aantal uren dat aan de werknemer voor de inkomstenverhouding in het aangiftetijdvak is verloond. | Zie verloonde uren. | RGL | C |
Aanwas | Het verschil tussen de cumulatieve premiegrondslag tot en met het laatste loontijdvak en de cumulatieve premiegrondslag tot het laatste loontijdvak. | Houdt verband met toepassing van de VCR-methode. Kan zowel het premieloon betreffen als het bijdrageloon. | RGL (diverse plaatsen) | B |
Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof hoog | Het bedrag waarover in het aangiftetijdvak voor de inkomstenverhouding door de administratieve eenheid de hoge premie Aof is berekend. | RGL | C | |
Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof laag | Het bedrag waarover in het aangiftetijdvak voor de inkomstenverhouding door de administratieve eenheid de lage premie Aof is berekend. | RGL | C | |
Aanwas in het cumulatieve premieloon Aof uitkering | Het bedrag waarover in het aangiftetijdvak voor de inkomstenverhouding door de administratieve eenheid de premie Aof uitkering is berekend. | RGL | C | |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf herzien | Het bedrag waarover in het aangiftetijdvak voor de inkomstenverhouding door de administratieve eenheid de herziene premie AWf is berekend. | RGL | C | |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog | Het bedrag waarover in het aangiftetijdvak voor de inkomstenverhouding door de administratieve eenheid de hoge premie AWf is berekend. | RGL | C | |
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf laag | Het bedrag waarover in het aangiftetijdvak voor de inkomstenverhouding door de administratieve eenheid de lage premie AWf is berekend. | RGL | C | |
Aanwas in het cumulatieve premieloon Ufo | Het bedrag waarover in het aangiftetijdvak voor de inkomstenverhouding door de administratieve eenheid de premie voor Ufo is berekend. | RGL | C | |
Administratieve eenheid | Een administratieve eenheid is een door de Belastingdienst en UWV erkende organisatorische eenheid, die door een inhoudingsplichtige wordt gevoerd ter naleving van diens wettelijke verplichtingen met betrekking tot de loonheffingen. | Dit begrip is voor de Belastingdienst het aanknopingspunt om meerdere loonheffingensubnummers te kunnen toekennen aan een inhoudingsplichtige. | RGL | C |
Adres | Adres wordt onderscheiden van woonplaats. Het anoniementarief is van toepassing als de werknemer zijn naam, adres, woonplaats of burgerservicenummer niet aan de inhoudingsplichtige heeft verstrekt. | Het adres plus postcode wordt aan de inhoudingsplichtige verstrekt via de opgaaf gegevens voor de loonheffingen (loonbelastingverklaring) en moet in de loonaangifte worden vermeld. De Belastingdienst meent dat het hier om de fiscale woonplaats gaat. Een (tijdelijke) verblijfplaats is dat in het algemeen niet. Een postadres evenmin. Zie ook woonplaats, straatnaam, huisnummer, huisnummer toevoeging en locatieomschrijving. | 26b Wet LB; 7.9 lid 1 URLB; RGL | B |
Adres binnenland | Hier lijkt de fiscale woonplaats te worden bedoeld in het geval deze in Nederland ligt. | Volgens het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e uitgave, gelden de BES-eilanden in dit geval als buitenland. | RGL | B |
Adres buitenland | Hier lijkt de fiscale woonplaats te worden bedoeld in het geval deze niet in Nederland ligt. | Volgens het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e uitgave, par. 29.1, gelden de BES-eilanden in dit geval als buitenland. | RGL | B |
Afdragen | Het betalen van de ingehouden loonheffing aan de Belastingdienst. | De inhoudingsplichtige moet de in een aangiftetijdvak ingehouden loonheffing op aangifte afdragen. | 27 lid 5 Wet LB | B |
Afdrachtvermindering zeevaart | Het bedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak in mindering brengt op de door haar af te dragen loonbelasting/premie volksverzekeringen en eindheffingen in verband met door haar aan zeevarenden, die werken op een schip dat onder Nederlandse vlag vaart en voornamelijk op zee wordt geëxploiteerd, betaald loon. | Afdrachtverminderingen zijn subsidies die via de loonaangifte kunnen worden geclaimd. Zie artikel 17 e.v. Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen. Zie ook het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e uitgave, par. 26.2. | RGL | C |
Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk | Het bedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak in mindering brengt op de door haar af te dragen loonbelasting/premie volksverzekeringen en eindheffingen, in het kader van een aan haar afgegeven S&O-verklaring/correctie S&O-verklaring. | Afdrachtverminderingen zijn subsidies die via de loonaangifte kunnen worden geclaimd. Zie artikel 21 e.v. Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen. Zie ook het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e uitgave, par. 26.1. | RGL | C |
AHK | Algemene heffingskorting | E | ||
AK | Arbeidskorting | E | ||
AKW | Algemene kinderbijslagwet | E | ||
Algemene gegevens | De gegevens voor de loonaangifte op het niveau van de werknemer zoals deze worden genoemd in artikel 1a.1. lid 2 RGL. | Algemene gegevens moeten worden onderscheiden van de collectieve gegevens en de nominatieve gegevens. Zie aldaar. | RGL | B |
Algemene heffingskorting (ahk) | Een grotendeels inkomensafhankelijke korting die wordt toegepast op de verschuldigde loonheffing. | De algemene heffingskorting is onderdeel van de standaardloonheffingskorting | 22 Wet LB | B |
Algemene kinderbijslagwet (AKW) | De volksverzekering op grond waarvan ouders aanspraak maken op kinderbijslag. | De AKW is een volksverzekering zoals de AOW, de Anw en de Wlz, maar er worden geen premies op grond van de AKW geheven. | C | |
Algemene Ouderdomswet (AOW) | De volksverzekering op grond waarvan ouderen aanspraak maken op een oudedagsuitkering. | B | ||
Anw | Algemene nabestaandenwet | E | ||
Anw-premie | De premie die op grond van de Anw wordt geheven. | Deze premie kan jaarlijks wijzigen. | 11 lid 2 Wfsv en 2 RVPWV 2024 | B |
Anoniementarief | Het tarief dat – bijvoorbeeld – moet worden toegepast als de werknemer niet is geïdentificeerd. | Als het anoniementarief van toepassing is mag geen rekening worden gehouden met het maximumpremieloon (19 Wfsv) en het maximumbijdrageloon (42 lid 6 Zvw). | 26b Wet LB | B |
Aof-premie | De premie die op grond van de WIA wordt geheven ten behoeve van het Arbeidsongeschiktheidsfonds. | Deze premie kan jaarlijks wijzigen. | 36 Wfsv en 6 RVPWV 2024 | B |
AOW | Algemene Ouderdomswet | E | ||
AOW-premie | De premie die wordt geheven op grond van de AOW. | Deze premie kan jaarlijks wijzigen. | 11 lid 1 Wfsv en 1 RVPWV 2024 | B |
AOW-leeftijd | De pensioengerechtigde leeftijd voor de AOW. | De AOW-leeftijd wijzigt jaarlijks. 2029: 67 jaar en 3 maanden 2028: 67 jaar en 3 maanden 2027: 67 jaar 2026: 67 jaar 2025: 67 jaar 2024: 67 jaar 2023: 66 jaar en 10 maanden 2022: 66 jaar en 7 maanden | 7a AOW | B |
Arbeidskorting | Een grotendeels inkomensafhankelijke korting voor personen die loon uit tegenwoordige arbeid genieten en die wordt toegepast op de verschuldigde belasting. | De algemene heffingskorting is onderdeel van de standaardloonheffingskorting. | 22a Wet LB | B |
Arbeidsovereenkomst | De arbeidsovereenkomst is de overeenkomst waarbij de ene partij, de werknemer, zich verbindt in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. | 7:610 BW | A | |
Arbeidsverhouding | Waarschijnlijk wordt hiermee de rechtsbetrekking bedoeld die voor de toepassing van de loonheffingen een dienstbetrekking of een fictieve dienstbetrekking oplevert. | Zie ook de code aard arbeidsverhouding. | ||
Arbeidsvoorwaardenbedrag | Het aan de werknemer toegekende en in geld uitgedrukte toekomstige loonbestanddeel, niet zijnde een afzonderlijke opbouw van vakantiebijslag, dat is opgebouwd ingevolge afspraken in de individuele of collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover dit toekomstige loonbestanddeel kan leiden tot loon als bedoeld in artikel 16 Wfsv. | In het algemeen gaat dit over keuzeloon, maar ook vakantiegeld en/of een 13e/14e maand kunnen onderdeel uitmaken van het arbeidsvoorwaardenbedrag. | 1 Algemeen inkomens-besluit sociale-zekerheidswetten | A |
AWf-premie | De premie die op grond van de WW wordt geheven ten behoeve van het Algemeen Werkloosheidsfonds. | Deze premie kan jaarlijks wijzigen. | 27 Wfsv en 4 RVPWV 2024 | B |
AWR | Algemene wet inzake rijksbelastingen | E | ||
Bedrag in uitkering begrepen doorbetaalde alimentatie | Het bedrag van de in de uitkering in het kader van de Participatiewet begrepen doorbetaalde alimentatie. | Alleen van belang voor gemeenten. | RGL | C |
Bedrag rechtstreeks betaalde alimentatie | Het bedrag dat op de uitkering in het kader van de Participatiewet in mindering is gebracht in verband met rechtstreeks betaalde alimentatie. | Alleen van belang voor gemeenten. | RGL | C |
Bedrag rente- en/of kostenvoordeel personeelslening | Bedrag dat in het aangiftetijdvak voor de inkomstenverhouding als rente- en/of kostenvoordeel in het kader van een verstrekte personeelslening bij de werknemer als belast loon is aangemerkt waarop het tabeltarief is toegepast. | RGL | C | |
Bedrag vergoeding reiskosten | Het bedrag dat in het tijdvak aan onbelaste reiskosten is vergoed aan de natuurlijke persoon voor de inkomstenverhouding waar de nominatieve aangifte betrekking op heeft. | RGL | C | |
Belastingdienst | ||||
Belastingjaar | Het jaar waarvoor aangifte wordt gedaan. | RGL | C | |
Belastingrente | De rente waarmee een naheffingsaanslag wordt verhoogd als deze is vastgesteld na het einde van het kalenderjaar of boekjaar waarop de nageheven belasting betrekking heeft. | Belastingrente wordt enkelvoudig berekend over de nageheven belasting. Daarbij wordt belastingrente berekend over het tijdvak dat: - begint op de dag volgend op het kalenderjaar waarop de nageheven belasting betrekking heeft en - eindigt op de dag voorafgaand aan de dag waarop de naheffingsaanslag invorderbaar is (in het algemeen is een naheffingsaanslag na zes weken invorderbaar). | 30h AWR | |
Bericht | De verstrekking van een verzameling gegevens van een inhoudingsplichtige aan de Belastingdienst. | RGL | C | |
Bericht kenmerk aanleveraar | Unieke door de inzender aan het bericht toegekende code ter identificatie van het bericht. | RGL | C | |
Berichtversie | De versie van de berichtspecificatie waarvan gebruik gemaakt is bij het samenstellen van de aangifte. | RGL | C | |
Betaaltermijn | De termijn waarbinnen de loonheffingen moeten zijn betaald. | Loonheffingen moeten uiterlijk binnen een maand na het aangiftetijdvak zijn betaald. | B | |
Betaaltijdvak | Het tijdvak waarover het loon wordt betaald. | 6.1 URLB | B | |
Bijdrageloon | Het loon voor de berekening van de Zvw-bijdrage | 42 Zvw | B | |
Bijtelling | De waarde privégebruik auto minus de werknemersbijdrage privégebruik auto | Zie waarde privégebruik auto en werknemersbijdrage privégebruik auto | ||
Bruto | Over het algemeen wordt hier mee bedoeld het overeengekomen loon zonder dat daarop inhoudingen hebben plaatsgevonden. | B | ||
Bruto-inkomen | Het loon in de zin van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. | Dit gaat over het begrip ‘bruto-inkomen’ dat relevant is voor de vraag of is voldaan aan de eisen van de fictieve dienstbetrekking als gelijkgestelde of als thuiswerker. | 1 lid 2 onder e UBLB 1965 | A |
Burgerservicenummer (BSN) | Een door de Gemeente aan een natuurlijk persoon toegekend uniek administratief nummer. | Diverse artikelen; RGL | B/C | |
BW | Burgerlijk Wetboek | E | ||
Cafetarialoon – zie keuzeloon | ||||
CBS | Centraal Bureau voor de Statistiek | E | ||
Code | De loonaangifte kent bepaalde codes voor verschillende situaties. | Het aantal codes is zeer groot. Meestal wordt om een bepaald cijfer gevraagd, soms om een letter. Een code moet worden onderscheiden van een indicatie. Bij indicaties wordt meestal een ja/nee-antwoord gevraagd. | RGL | B |
Code aard arbeidsverhouding | Code die aangeeft welke soort arbeidsverhouding bepalend is voor de vaststelling dat de werknemer verplicht verzekerd is voor de werknemersverzekeringen. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e uitgave, par. 29.13. Zie ook arbeidsverhouding. | RGL | C |
Code CAO | De code die aangeeft welke collectieve arbeidsovereenkomst of arbeidsvoorwaardenregeling op de inkomstenverhouding van toepassing is. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e uitgave, par. 29.17. | RGL | C |
Code CAO inlener | De code die aangeeft welke collectieve arbeidsovereenkomst of arbeidsvoorwaardenregeling bij de inlener van toepassing is. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e uitgave, par. 29.17. | RGL | C |
Code fase indeling F&Z - definitie | Code die aangeeft in welke fase de inkomstenverhouding voor bepaalde tijd zich bevindt in het kader van de Wet flexibiliteit en zekerheid. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april 2024, 1e editie, par. 29.25. | RGL | C |
Code incidentele inkomstenvermindering | Code die aangeeft dat het loon door aanvullend geboorteverlof, betaald ouderschapsverlof, onbetaald verlof, stakingsdagen of ziekte lager is dan het overeengekomen loon. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april 2024, 1e editie, par. 29.7. | RGL | C |
Code invloed verzekeringsplicht - definitie | Code die bijzondere omstandigheden voor het verzekerd zijn voor werknemersverzekeringen aangeeft. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april 2024, 1e editie, par. 29.4. | RGL | C |
Code loonbelastingtabel | Een code waarmee aangegeven wordt welke tabel voor de inhouding van LB/PH is toegepast. | De code loonbelastingtabel bestaat uit drie cijfers. Zie: 1. Code loonbelastingtabel/ Soort tabel (eerste cijfer) 2. Code loonbelastingtabel/ Kleur tabel (tweede cijfer) 3. Code loonbelastingtabel/ Loontijdvak (derde cijfer). Verder hebben we ook nog Code loonbelastingtabel/ bijzondere situaties. Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april 2024, 1e editie, par. 29.14. Zie ook loonbelastingtabel. | RGL | C |
Code loonbelastingtabel (2e cijfer) - Kleur tabel - code 1 | Wit | Zie witte tabel. | D | |
Code reden einde arbeidsverhouding - definitie | Code die de reden van het einde van de arbeidsverhouding aangeeft. | Deze code is van belang voor de eventuele WW-rechten van een werknemer bij het einde van de arbeidsverhouding. Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april 2024, 1e editie, par. 29.28. | RGL | C |
Code reden geen bijtelling auto - definitie | Code die aangeeft waarom er geen bijtelling voor het privégebruik van een ter beschikking gestelde auto is. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april 2024, 1e editie,, par. 29.21. | RGL | C |
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode - definitie | Code ter aanduiding van het soort inkomstenverhouding. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.12. | RGL | C |
Code verzekeringssituatie Zvw (ook: code Zorgverzekeringswet) - definitie | Code die aangeeft of de natuurlijke persoon al dan niet verzekeringsplichtig is voor de Zvw en welk tarief van toepassing is. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.19. | RGL | C |
Collectieve aangifte | Een collectieve aangifte is een opgave vanuit een administratieve eenheid door een inhoudingsplichtige van in een aangiftetijdvak af te dragen loonheffingen. Met collectieve aangifte wordt bedoeld: Het deel van de aangifte waarin door een inhoudingsplichtige vanuit een administratieve eenheid de collectieve gegevens met betrekking tot de in een aangiftetijdvak af te dragen loonheffingen moeten worden opgenomen. | RGL | C | |
Collectieve gegevens | De gegevens voor de loonaangifte op het niveau van de werknemer zoals deze worden genoemd in artikel 1a.1. lid 3 RGL. | Collectieve gegevens moeten worden onderscheiden van de algemene gegevens en de nominatieve gegevens. Zie aldaar. | RGL | B |
Concernregeling | Een inhoudingsplichtige opereert gezamenlijk met een andere inhoudingsplichtige in concernverband, indien gedurende het gehele kalenderjaar: a. de inhoudingsplichtige voor ten minste 95% belang heeft in die andere inhoudingsplichtige; b. die andere inhoudingsplichtige voor ten minste 95% belang heeft in de inhoudingsplichtige, of c. een derde voor ten minste 95% belang heeft in de inhoudingsplichtige, terwijl deze derde tevens voor ten minste 95% belang heeft in die andere inhoudingsplichtige. Een inhoudingsplichtige wordt voor de toepassing van het eerste lid eveneens geacht gezamenlijk met een andere inhoudingsplichtige in concernverband te opereren, indien deze inhoudingsplichtigen stichtingen zijn die gedurende het gehele kalenderjaar in financieel, organisatorisch en economisch opzicht zodanig met elkaar zijn verweven dat zij een eenheid vormen. | Deze concernregeling is alleen van belang voor de toepassing van de werkkostenregeling. | 32 Wet LB | A |
Consumpties | Gedacht moet worden aan koffie, thee en kleine tussendoortjes die geen onderdeel uitmaken van een maaltijd. | 3.7 lid 1 onderdeel c URLB | B | |
Contactpersoon aanleveraar | De naam van de persoon die namens de aanleveraar eventuele fiscaaltechnische vragen en vragen over de inhoud van het bericht kan beantwoorden. | RGL | C | |
Contractloon | Het tussen de werkgever en werknemer vast overeengekomen bruto loon, zoals opgenomen in of af te leiden uit de CAO of individuele arbeidsovereenkomst of dat voortvloeit uit de publiekrechtelijke aanstelling of de fictieve dienstbetrekking. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.10. | RGL | C |
Contracturen | Het aantal uren dat als omvang van de te verrichten arbeid is overeengekomen ten aanzien van de dienstbetrekking of dienstbetrekkingen tussen de betreffende werkgever en werknemer. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e uitgave, par. 29.11. Zie ook aantal contracturen per week. | 3.4b lid 2 Regeling Wfsv; RGL | A |
Correctiebericht | De juiste en volledige gegevens die een inhoudingsplichtige in bepaalde gevallen alsnog moet verstrekken. | Correctieberichten die een periode betreffen in een voorgaand kalenderjaar (en waarvan de aangiftetermijn is verstreken) worden losse correcties genoemd. | 28a Wet LB | B |
Correctieverplichting | De verplichting om een correctiebericht in te dienen. | Zie correctiebericht. | B | |
Dagloon (voor de WW) | Voor de berekening van de hoogte van de uitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer in de periode van één jaar, die eindigt op de laatste dag van het tweede aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin het arbeidsurenverlies, bedoeld in artikel 16, eerste lid, onderdeel a, is ingetreden, verdiende, doch ten hoogste het bedrag, bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, met betrekking tot een loontijdvak van een dag. | Er zijn nog veel meer regels over hoe het dagloon precies wordt vastgesteld. Zie onder meer het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen. | 1b lid 1 WW | A |
Dagloon (voor de WIA) | Voor de berekening van een uitkering waarop op grond van deze wet recht bestaat, wordt als dagloon beschouwd 1/261 deel van het loon dat de werknemer verdiende in de periode van één jaar, die eindigt op de laatste dag van het aangiftetijdvak voorafgaande aan het aangiftetijdvak waarin de ziekte, het gebrek, de zwangerschap of de bevalling, die tot volledig en duurzame arbeidsongeschiktheid of gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid heeft geleid, is ingetreden doch ten hoogste het in artikel 17, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen bedoelde bedrag met betrekking tot een loontijdvak van een dag. | Er zijn nog veel meer regels over hoe het dagloon precies wordt vastgesteld. Zie onder meer het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen. | 13 lid 1 WIA | A |
Datum aanvang aangiftetijdvak | De datum van de eerste dag van het aangiftetijdvak waarvoor het saldo van de correcties wordt opgegeven. | RGL | C | |
Datum aanvang inkomstenperiode | De begindatum van de inkomstenperiode. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.3. | RGL | C |
Datum aanvang inkomstenverhouding | De datum van de eerste dag waarop de inkomstenverhouding geldig is. | RGL | C | |
Datum aanvang sector | De datum van de eerste dag van de periode gedurende welke onder de inkomstenverhouding voor een sector gewerkt is. | RGL | C | |
Datum aanvang tijdvak | De datum van de eerste dag van het aangiftetijdvak waarop de aangifte betrekking heeft. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 13.1. | RGL | C |
Datum einde aangiftetijdvak | De datum van de laatste dag van het aangiftetijdvak waarvoor het saldo van de correcties wordt opgegeven. | RGL | C | |
Datum einde inkomstenverhouding | De datum van de laatste dag waarop de inkomstenverhouding geldig is. | RGL | C | |
Datum einde sector | De datum van de laatste dag van de periode gedurende welke onder de Inkomstenverhouding voor een sector gewerkt is. | RGL | C | |
Datum einde tijdvak | De datum van de laatste dag van het aangiftetijdvak waarop de aangifte betrekking heeft. | RGL | C | |
Datum en tijdstip aanmaak | De dag en het tijdstip waarop het bericht is aangemaakt. | RGL | C | |
Dienstbetrekking | Hier wordt onder verstaan: - de arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW - de fictieve dienstbetrekking - de publiekrechtelijke dienstbetrekking | 2 Wet LB | A | |
Dienstwoning | Een ter beschikking gestelde woning waarvan het gebruik voor de behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking is vereist. | Van belang voor het berekenen van de waarde van het genot van de woning. | 3.11 URLB | B |
Doorbetaaldloonregeling | Regeling waarbij onder voorwaarden een in Nederland wonende of gevestigde inhoudingsplichtige geacht wordt met het door hem verschuldigde loon van een in Nederland wonende werknemer tevens te verstrekken het loon dat de werknemer zonder toepassing van dit artikel zou hebben genoten als werknemer van een andere inhoudingsplichtige. | 32d Wet LB | B | |
Doorgaans (tussenkomst) | Dit betreft een bepaalde regelmaat waarin iets voorkomt. Wij denken dat als in 50% of meer van de weken op minder dan drie dagen werkzaam is gesproken kan worden over ‘doorgaans’. | De fictieve dienstbetrekking wegens tussenkomst is niet aan de orde als men doorgaans op minder dan drie dagen per week werkzaam is voor een natuurlijk persoon ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden, tenzij loon wordt verstrekt door degene door wiens tussenkomst de arbeid wordt verricht. Let daarbij op dat wordt gesproken over ‘op’ ten minste twee dagen. Het aantal uren dat op een dag wordt gewerkt is niet van belang. Zie HR 12 mei 2017, ECLI:NL:HR:2017:846 | 2a UBLB | B |
Doorgaans (thuiswerkers en gelijkgestelden) | Dit betreft een bepaalde regelmaat waarin iets voor zal moeten komen. Het gaat hierbij dus om de toekomst. Wij denken dat als in 50% of meer van de maanden de inkomensgrens zal worden bereikt (respectievelijk in 50% van de weken op ten minste twee dagen per week arbeid wordt verricht) gesproken kan worden over ‘doorgaans’. | Voor de toepassing van de fictieve dienstbetrekking van de thuiswerker: degene die persoonlijk arbeid verricht tegen een bruto-inkomen, dat doorgaans over een maand ten minste 2/5 van het voor hem geldende minimumloon zal bedragen. Voor gelijkgestelde geldt als additionele eis dat persoonlijk arbeid wordt verricht op doorgaans ten minste twee dagen per week. Let daarbij op dat wordt gesproken over ‘op’ ten minste twee dagen. Het aantal uren dat op een dag wordt gewerkt is niet van belang. | 2b UBLB en 2c UBLB | B |
Doorgaans (regeling dienstverlening aan huis) | Dit betreft een bepaalde regelmaat waarin iets voor zal moeten komen. Het gaat hierbij dus om de toekomst. Wij denken dat als in 50% of meer van de weken op minder dan vier dagen arbeid wordt verricht gesproken kan worden over ‘doorgaans’. | Als dienstbetrekking wordt niet beschouwd de arbeidsverhouding van degene die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend diensten verricht ten behoeve van het huishouden van de natuurlijke persoon tot wie hij in dienstbetrekking staat, indien hij de diensten doorgaans op minder dan vier dagen per week verricht. Let daarbij op dat wordt gesproken over ‘op’ ten minste twee dagen. Het aantal uren dat op een dag wordt gewerkt is niet van belang. Zie ook uitsluitend of nagenoeg uitsluitend. | 5 Wet LB | B |
Doorgaans (tabeltoepassing) | Dit betreft een bepaalde regelmaat waarin iets voor moet komen. Wij denken dat als in 50% of meer van de weken op minder dan vijf dagen per week wordt gewerkt gesproken kan worden over ‘doorgaans’. | Ten aanzien van de werknemer die doorgaans op minder dan vijf dagen per week werkzaam is geldt voor de tabeltoepassing niet het loontijdvak maar het betaaltijdvak. | 6.1 URLB | B |
Duurzaam inzetbaarheidsbudget – zie keuzeloon | ||||
Duurzaamheidsbudget – zie keuzeloon | ||||
Eerstedagsmelding | Het voor de datum van aanvang van de werkzaamheden van een werknemer aan de inspecteur verstrekken van gegevens waarvan kennisneming voor de heffing van de belasting van belang kan zijn. | De verplichting om een eerstedagsmelding te doen bestaat alleen als de inspecteur deze heeft opgelegd. | 28 lid 1 onderdeel g Wet LB | B |
Eigenrisicodrager voor de Wga | Een werkgever die zelf het risico draagt van betaling van WGA-uitkeringen. | Voor de Wga kan de werkgever ervoor kiezen eigenrisicodrager te worden. Hij hoeft dan de Wga-premiecomponent van de Whk-premie niet meer te betalen. | 40 lid 1 onderdeel b Wfsv | B |
Eigenrisicodrager voor de ZW | Een werkgever die zelf het risico draagt van betaling van ZW-uitkeringen. | Voor de ZW kan de werkgever ervoor kiezen eigenrisicodrager te worden. Hij hoeft dan de ZW-premiecomponent van de Whk-premie niet meer te betalen. | 40 lid 1 onderdeel a Wfsv | B |
Eindheffing | De heffing van loonbelasting waarbij de inhoudingsplichtige de belastingplichtige is. | Eindheffing is verschuldigd door de inhoudingsplichtige en kan niet op de werknemer worden verhaald. | 27a en 31 Wet LB | B |
Eindheffing doorlopend afwisselend gebruik bestelauto | Het bedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak als eindheffing aan loonbelasting/premie volksverzekeringen afdraagt over het doorlopend afwisselend gebruik van een bestelauto, bij moeilijk vaststellen van privégebruik. | RGL | C | |
Eindheffing overschrijding forfaitaire werkkostenregeling | Het bedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak als eindheffing aan loonbelasting/premie volksverzekeringen afdraagt in verband met overschrijding van de forfaitaire werkkostenregeling. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 10.2. | RGL | C |
Eindheffing publiekrechtelijke uitkeringen en tijdelijke knelpunten van ernstige aard | Het bedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak als eindheffing aan loonbelasting/premie volksverzekering afdraagt in verband met publiekrechtelijke uitkeringen en tijdelijke knelpunten van ernstige aard. | RGL | C | |
Extraterritoriale kosten | Extra kosten van tijdelijk verblijf buiten het land van herkomst in het kader van de dienstbetrekking. | Ook wel et-kosten genoemd. Op grond van de 30%-regeling mag in bepaalde gevallen een gericht vrijgestelde vergoeding voor et-kosten worden gegeven van 30%. | 31a lid 2 onderdeel e Wet LB | B |
Fictieve dienstbetrekking | Een arbeidsverhouding die niet is aan te merken als een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW maar daar voor de loonheffingen wel aan wordt gelijkgesteld. | De loonbelasting/premie volksverzekeringen kent niet altijd dezelfde fictieve dienstbetrekkingen als de werknemersverzekeringen. | 3 en 4 Wet LB en 2 t/m 2h UBLB | B |
Flexloon – zie keuzeloon | ||||
Fooien en dergelijke prestaties | Volgens de Hoge Raad gaat het om prestaties, die kunnen worden beschouwd als vergelding – in ruime zin genomen – voor hetgeen de werknemer als zodanig heeft verricht of verwacht wordt te zullen verrichten, remuneratieve schenkingen daaronder begrepen. | Als door de werknemer fooien en dergelijke prestaties van derden worden ontvangen is de werkgever alleen onder bepaalde voorwaarden daarover loonheffingen verschuldigd. | 12a Wet LB | B |
Gage | Het bedrag waarover in geval van bepaalde artiesten en beroepssporters de loonheffingen verschuldigd zijn. | Dit gaat niet over artiesten en beroepssporters die in het kader van een arbeidsovereenkomst werken. | 35 Wet LB | B |
Geboortedatum | Datum waarop de natuurlijke persoon is geboren. | RGL | C | |
Gebruikelijke verloonde uren | Gebruikelijke verloonde uren zijn de uren die de werknemer had gewerkt als hij niet ziek of werkloos was geworden. | Dit begrip komt niet voor in de wet en niet in de RGL. Het is te vinden in het memo Verduidelijkingen verloonde uren CBS, UWV en Belastingdienst, versie 1 januari 2021 en mist naar onze mening dan ook juridische betekenis. | ||
Gebruikelijkloonregeling | Regeling op grond waarvan voor aanmerkelijkbelanghouders en hun partners een gebruikelijk loon in aanmerking moet worden genomen. | 12a Wet LB | B | |
Gebruikt softwarepakket | Beschrijving van het softwarepakket dat de aanleveraar van het bericht heeft gebruikt voor de vervaardiging van het bericht. | RGL | C | |
Gedifferentieerde premie Whk | Het bedrag dat door de administratieve eenheid in het tijdvak verschuldigd is voor de inkomstenverhouding aan gedifferentieerde premie Whk. | De premie kan jaarlijks wijzigen.Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 7.6. | RGL | C |
Gegevensset | De gegevensset is het geheel van gegevens welke in de aangifte loonheffingen wordt uitgevraagd. De gegevensset van de aangifte loonheffingen is gebaseerd op een inventarisatie van de gegevensbehoefte van UWV, de Belastingdienst en het CBS. | Begrip en definitie komen uit Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2024 Bestemd voor softwareontwikkelaars versie 2.0, 06 juli 2023. | B | |
Geheven loonbelasting | Geheven loonbelasting kan worden verrekend met de inkomstenbelasting. | Loonbelasting wordt – onder meer – geheven door middel van inhouding op het loon. Dus loonbelasting die is ingehouden op het loon kan worden verrekend met de inkomstenbelasting. Zie ook inhouden. | 9.2 Wet IB 2001 | B |
Genietingsmoment | Het moment waarop het loon wordt genoten. | Loonbelasting moet worden ingehouden zodra het loon wordt genoten. | 13a Wet LB | B |
Gericht vrijgesteld loon | Loon dat niet meetelt bij de berekening van de belasting die de inhoudingsplichtige verschuldigd is in verband met de toepassing van de werkkostenregeling. | Het gaat hierbij om verschillende vergoedingen en verstrekkingen, zoals bijvoorbeeld bepaalde: - reiskostenvergoedingen - verblijfkosten - studiekosten - extraterritoriale kosten (30%-regeling) - verhuiskosten - gereedschap, computers en mobiele communicatiemiddelen - korting producten uit eigen bedrijf - thuiswerkkosten. Hierbij gelden verschillende voorwaarden, normeringen en maxima. | 31a Wet LB | B |
Geslacht | Code die het geslacht van een natuurlijk persoon aangeeft. 0 Onbekend 1 Mannelijk 2 Vrouwelijk 9 Niet gespecificeerd | Voor de loonheffingen lijkt ons het geslacht van de werknemer niet relevant. Dit zal vermoedelijk om statistische redenen worden gevraagd. De vraag is hoe de werkgever dit kan weten. In het model opgaaf gegevens voor de loonheffingen wordt er niet om gevraagd. Wel staat het geslacht in het paspoort en op de identiteitskaart vermeld. De vraag is hoe lang nog. | RGL | C |
Gezelschap | Een groep van natuurlijke personen of lichamen waarbij de leden van de groep individueel of gezamenlijk ingevolge een overeenkomst van korte duur als artiest in Nederland optreden of als beroep een tak van sport in Nederland beoefenen. | 1 lid 2 onderdeel h UBLB 1965 | A | |
Gezin | Onduidelijk. | Speelt een rol bij de vraag waar de werknemer woont. Zie woonplaats. Speelt bijvoorbeeld ook een rol bij de vraag hoeveel keer privégebruik auto moet worden bijgeteld als sprake is van meerdere auto’s in een ‘gezin’ (Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 23.3.12). Naar onze mening een verwarrende term die alleen maar vragen oproept. Hoe zit het met kinderen die een deel van de week of het jaar thuis wonen? Kunnen meer dan twee volwassenen zonder bloedband een gezin vormen? Om welke huisvestingssituatie moet het gaan? | ||
Groene tabel | De tabellen die van toepassing zijn op loon uit vroegere arbeid met uitzondering van: - loon ter zake van arbeidsongeschiktheid dat niet uitsluitend bestaat uit uitkeringen of een inkomensvoorziening ingevolge de WIA, de Wao, de WAZ en de Wajong, gedurende ten hoogste twee jaren na de aanvang van de arbeidsongeschiktheid; - loon genoten op grond van de Wazo en als aanvulling daarop door degene tot wie de desbetreffende werknemer in dienstbetrekking staat. | De groene tabellen zijn bedoeld voor werknemers die geen recht hebben op de arbeidskorting. Toen er nog papieren tabellen werden gebruikt kregen deze per categorie voor de duidelijkheid een kleur. Dat we nu nog over ‘groene’ tabellen praten stamt uit die tijd. | Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990 | B |
Grondslagaanwasmethode | Volgt uit de VCR-methode. Voor iedere loonaangifte worden de premies werknemersverzekeringen en de bijdrage Zvw berekend over de aanwas van de premiegrondslag. | 17 Wfsv en 42 lid 5 Zvw | B | |
Handboek Loonheffingen | Voorlichtingsmateriaal van de Belastingdienst. Wordt regelmatig wordt geactualiseerd. | Over de status van het Handboek bestaan nog wel eens misverstanden. Volgens de Hoge Raad staat in de Handleiding niet meer dan algemene informatie. De Staatssecretaris van Financiën vindt ongewenst voor werkgevers als zij bij het nakomen van hun inhoudingsplicht in redelijkheid afgaan op het Handboek Loonheffingen en bijbehorende berichten. Dat speelt met name bij standpunten die niet letterlijk zijn overgenomen uit de jurisprudentie of andere rechtsbronnen. Daarom volgt de Belastingdienst in zo’n geval de handelwijze van de werkgever. Dit is alleen anders als de verstrekte informatie zo duidelijk onjuist is dat de werkgever dat in redelijkheid moest beseffen. (Besluit van 21 juni 2022, nr. 2022-159595, Stcrt. 2022/18970) | ||
Heffingskorting – zie standaardloonheffingskorting | ||||
Herleidingsregels | Rekenregels die moeten worden toegepast in situaties waarin de reguliere loonbelastingtabellen niet voorzien. | Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan werknemers niet loonbelastingplichtig zijn maar wel premieplichtig. Of omgekeerd. Zie de Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2024. Tabellen voor herleidingssituaties zijn op de site van de Belastingdienst te vinden. | 27b lid 3 Wet LB | B |
Herzien | Herziening van premie betreft de wijziging met terugwerkende kracht van de lage AWf-premie in de hoge premie. | Definitie komt uit Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2024 Bestemd voor softwareontwikkelaars versie 2.0, 06 juli 2023. | 2.3 Besluit Wfsv | B |
Huisnummer | De numerieke aanduiding zoals deze door de gemeente aan het object is toegekend. | RGL | C | |
Huisnummer buitenland | De aanduiding van een (deel van een) pand in het buitenland. | RGL | C | |
Huisnummer toevoeging | De alfanumerieke aanduiding achter het huisnummer, zoals toegekend door de gemeente. | RGL | C | |
Identificatieplicht (werkgever) | De verplichting van de werkgever om van de werknemer die loon uit tegenwoordige dienstbetrekking geniet de identiteit vast te stellen. | 28 lid 1 onderdeel f Wet LB | B | |
Identificatieplicht (werknemer) | De verplichting van de werknemer om aan de inspecteur ter vaststelling van zijn identiteit, als dit voor de heffing van de loonbelasting van belang kan zijn, desgevraagd meteen een ID-bewijs te tonen. | 30 Wet LB | B | |
IKB | Individueel keuzebudget | E | ||
IKV | Inkomstenverhouding | E | ||
Indicatie | Naast bepaalde ‘codes’ kent de loonaangifte ook ‘indicaties’ voor verschillende onderwerpen. | Er zijn 18 ‘indicaties’. Zo kennen we bijvoorbeeld contractindicaties en verzekeringsindicaties (Handboek loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.5 en par. 29.23). | RGL | B |
Indicatie aanvraag loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden | Indicatie waarmee de administratieve eenheid verzoekt om in aanmerking te komen voor een loonkostenvoordeel in verband met het in dienst nemen van een werknemer die behoort tot de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e edtie, hoofdstuk 27. | RGL | C |
Indicatie aanvraag loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer | Indicatie waarmee de administratieve eenheid verzoekt om in aanmerking te komen voor een loonkostenvoordeel in verband met het herplaatsen van een arbeidsgehandicapte werknemer. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e edtie. | RGL | C |
Indicatie aanvraag loonkostenvoordeel oudere werknemer | Indicatie waarmee de administratieve eenheid verzoekt om in aanmerking te komen voor het loonkostenvoordeel oudere werknemer. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e edtie, hoofdstuk 27. | RGL | C |
Indicatie arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd | Indicatie die aangeeft of de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e edtie, par. 29.5. | RGL | C |
Indicatie loon inclusief Wajong-uitkering | Code die aangeeft dat in het loon uit deze inkomstenverhouding een betaalde Wajonguitkering is begrepen. | RGL | C | |
Indicatie jaarurennorm | Indicatie waarmee u aangeeft dat u de jaarurennorm toepast. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.5. | RGL | C |
Indicatie loon bestaat (mede) uit een AOW- en/of AIO-uitkering voor alleenstaande | Code die aangeeft dat het loon uit deze inkomstenverhouding (mede) bestaat uit een AOW-en/of AIO-uitkering voor alleenstaande. | Alleen voor de SVB. | RGL | C |
Indicatie loonheffingskorting | Een aanduiding dat de loonheffingskorting is toegepast. | RGL | C | |
Indicatie oproepovereenkomst | Indicatie die aangeeft of er sprake is van een oproepovereenkomst. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.5. | RGL | C |
Indicatie publiekrechtelijke aanstelling voor onbepaalde tijd | Indicatie die aangeeft of de publiekrechtelijke aanstelling voor onbepaalde tijd is. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.18. | RGL | C |
Indicatie schriftelijke arbeidsovereenkomst | Indicatie die aangeeft of de arbeidsovereenkomst schriftelijk is vastgelegd. | Om de lage AWf-premie te mogen toepassen moet sprake zijn van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die door beide partijen is ondertekend. Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.5. | RGL | C |
Indicatie vervoer vanwege de inhoudingsplichtige | Indicatie die aangeeft dat in het kader van deze inkomstenverhouding vervoer vanwege de inhoudingsplichtige is geregeld. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.27. | RGL | C |
Indicatie verzekerd WAO/IVA/WGA | Code die aangeeft of de natuurlijke persoon voor deze inkomstenverhouding voor de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en/of de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen is verzekerd. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.23. | RGL | C |
Indicatie verzekerd WW | Code die aangeeft of de natuurlijke persoon voor deze inkomstenverhouding voor de Werkloosheidswet is verzekerd. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.23. | RGL | C |
Indicatie verzekerd ZW | Code die aangeeft of de natuurlijke persoon voor deze inkomstenverhouding voor de Ziektewet is verzekerd. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.23. | RGL | C |
Indicatie wachtgeld oude regeling | Indicatie of het loon (de uitkering) van de werknemer onder de wachtgeldregeling van vóór 2001 valt. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.6. | RGL | C |
Individueel keuzebudget (IKB) – zie keuzeloon | ||||
Ingehouden | Zie inhouden. | De ingehouden loonbelasting en premie volksverzekeringen en de ingehouden bijdrage Zvw moeten op de loonaangifte worden vermeld. Zie inhouden. | RGL (diverse plaatsen) | B |
Ingehouden bijdrage Zvw | Het bedrag dat de inhoudingsplichtige op het loon van de werknemer heeft ingehouden als bijdrage Zvw. | In bepaalde gevallen wordt de Zvw-bijdrage ingehouden. De ingehouden bijdrage Zvw moet op de loonaangifte worden vermeld. Zie inhouden. Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 8.2.2. | RGL | C |
Ingehouden loonbelasting/premie volksverzekeringen | Het totaalbedrag dat in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid aan loonbelasting en premie volksverzekeringen is ingehouden. | De ingehouden loonbelasting en premie volksverzekeringen moet op de loonaangifte worden vermeld. Zie inhouden. | RGL | C |
Inhouden | Volgens de Hoge Raad wordt onder inhouden verstaan: het van een brutobedrag van het loon afzonderen van een bedrag met het oogmerk dat op aangifte als loonbelasting af te dragen. | De eerste stap bij het heffen van loonbelasting is de inhouding op het loon. Om te kunnen zeggen dat de loonbelasting is ingehouden moet de werkgever deze afzonderen van het loon én hij moet dat doen met de bedoeling het afgezonderde bedrag als loonbelasting af te dragen. | 27 Wet LB | B |
Inhoudingsplichtige (voor de loonbelasting) | Inhoudingsplichtige is onder meer: - degene, tot wie een of meer personen in dienstbetrekking staan; - degene, die aan een of meer personen loon uit een vroegere dienstbetrekking tot hemzelf of tot een ander verstrekt. | Voor de loonbelasting wordt over een ‘inhoudingsplichtige’ gesproken en niet over een ‘werkgever’. Dit komt omdat ook pensioenfondsen en uitkeringsinstanties inhoudingsplichtig kunnen zijn. | 6 Wet LB | B |
Inhoudingsplichtige (voor de Zvw-bijdrage) | De inhoudingsplichtige in de zin van de Wet LB dan wel de werkgever in de zin van de Wfsv | Voor de Zvw is niet alleen de inhoudingsplichtige voor de LB een inhoudingsplichtige, maar ook de werkgever in de zin van de werknemersverzekeringen. | 1 onderdeel l Zvw | B |
Inkomenscode – zie Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode | ||||
Inkomstenperiode | Onduidelijk wat hier precies mee wordt bedoeld. | Kennelijk kunnen binnen één inkomstenverhouding zich meerdere inkomstenperiodes voordoen als bepaalde codes of indicaties wijzigen. Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.3. | RGL | B |
Inkomstenverhouding (IKV) | De rechtsbetrekking van degene waarvan op grond van artikel 1 van de Wet op de loonbelasting 1964 een directe belasting wordt geheven of van de uitkeringsgerechtigde, met de inhoudingsplichtige in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 of de werkgever in de zin van de Wet financiering sociale verzekeringen op grond van welke rechtsbetrekking recht bestaat op loon, gage, uitkeringen of verstrekkingen die belast zijn op grond van de Wet op de loonbelasting 1964, behoren tot de maatstaf voor de premieheffing werknemersverzekeringen op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen, behoren tot de maatstaf voor de premieheffing volksverzekeringen op grond van die wet of behoren tot het loon waarover de inhoudingsplichtige of een verzekeringsplichtige een inkomensafhankelijke bijdrage op grond van de Zorgverzekeringswet is verschuldigd. | Een onleesbare definitie waarmee overigens nog niet alles is gezegd over wat een IKV zou moeten zijn. Zie artikel 1a.3 RGL. Verwarrend is dat het besluit waarin een (iets afwijkende) definitie van dit begrip staat (Besluit van 26 maart 2021, Stb. 2021/198) pas na 1 januari 2026 zal worden ingevoerd. Overigens is een IKV niet hetzelfde als een inkomstenperiode. | RGL | B |
Inkomstenverhouding initieel | Onduidelijk wat hiermee wordt bedoeld. | RGL | ||
Instantiebetaling | Als de inhoudingsplichtige een WW-, ZW-, WAZO- of WAO/WIA-uitkering aan een werknemer doorbetaalt, is er sprake van een werkgeversbetaling of een instantiebetaling. De instantiebetaling is voor de situatie waarin de werknemer van de inhoudingsplichtige geen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking meer krijgt, maar deze hem nog wel een aanvulling op zijn uitkering betaalt. | Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 4.4.3 | B | |
Jaarloon (voor de eindheffingstabellen) | Het jaarloon voor de tabel bijzondere beloningen met dien verstande dat voor eindheffingsbestanddelen als bedoeld in artikel 31, lid 1 onderdeel a Wet LB als jaarloon geldt: het loon over het jaar, onderscheidenlijk de jaren waarop de op te leggen naheffingsaanslag betrekking heeft. | Voor de toepassing van de eindheffingstabellen wordt dus aangesloten bij het jaarloon zoals dat geldt voor de toepassing van de tabel bijzondere beloningen, met één uitzondering. Als de eindheffing plaatsvindt omdat te weinig loonbelasting is afgedragen (naheffing) dan moet het loon worden genomen over het jaar/ de jaren waar de naheffing betrekking op heeft. | 6 lid 2 Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990 | A |
Jaarloon (voor de tabel bijzondere beloningen) | a. als de werknemer over het gehele voorafgaande kalenderjaar van de inhoudingsplichtige loon heeft genoten: het in dat jaar genoten loon; b. als de werknemer over een gedeelte van het voorafgaande kalenderjaar van de inhoudingsplichtige loon heeft genoten: het tot een jaarloon herleide bedrag van het in dat jaar genoten loon; c. in andere gevallen: het in het kalenderjaar te genieten loon, indien over het gehele jaar van de inhoudingsplichtige loon zou worden genoten. | Dit is het jaarloon dat relevant is voor de toepassing van de tabel bijzondere beloningen. | 26 lid 3 Wet LB | A |
Jaarloon (voor de Wtl) | Het door een werknemer in een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 3 tot en met 6 van de ZW in een kalenderjaar genoten loon uit tegenwoordige dienstbetrekking overeenkomstig het loon waarvan door de werkgever ingevolge artikel 28, eerste lid, onderdeel e, van de Wet LB opgave aan de werknemer is gedaan. | Dit is het jaarloon dat relevant is voor het LIV. | 1.1 onderdeel h Wtl | A |
Jaaropgaaf | De opgave van het in het voorafgaande kalenderjaar genoten loon, de op dat loon ingehouden belasting en premie voor de volksverzekeringen, de over dat loon door de inhoudingsplichtige verschuldigde premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, de op dat loon ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en de volgens artikel 22a van de wet toegekende arbeidskorting ter zake van het loon dat wordt belast volgens de loonbelastingtabellen, bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de wet. | De jaaropgaaf moet in ieder geval de volgende gegevens bevatten: - de naam van de werknemer; - het burgerservicenummer van de werknemer; - de naam van de inhoudingsplichtige; - het in het voorafgaande kalenderjaar door de werknemer genoten loon; - de op het loon ingehouden loonbelasting en premie volksverzekeringen; - de door de inhoudingsplichtige over het loon verschuldigde premies werknemersverzekeringen en Zvw-bijdrage; - de op het loon ingehouden Zvw-bijdrage; - de ter zake van het tabelloon toegekende arbeidskorting. | 1.2 onderdeel h URLB | A |
Keuzeloon | Keuzeloon is loon waarvan de werknemer binnen bepaalde grenzen zelf (nog) mag aangeven op welke wijze en wanneer hij dit wil ontvangen. | Andere termen voor keuzeloon kunnen zijn: - cafetarialoon; - flexloon; - individueel keuzebudget (IKB) - persoonlijk keuzebudget (PKB). Ook kennen we keuzeloon in het kader van een specifiek thema, zoals: - duurzaam inzetbaarheidsbudget; - duurzaamheidsbudget; - mobiliteitsbudget; - studie(kosten)budget. Aan keuzeloon worden fiscaal verschillende eisen gesteld. Zie ook arbeidsvoorwaardenbedrag. | B | |
Lage-inkomensvoordeel (LIV) | Loonkostensubsidie voor werkgevers met werknemers met een laag loon. | Wordt per 1 januari 2025 afgeschaft. Het jeugd-LIV is met ingang van 1 januari 2024 vervallen. | 3.1 Wtl | B |
Locatieomschrijving | Een nadere aanduiding bij de straatnaam en – indien aanwezig – het huisnummer. | RGL | C | |
Locatieomschrijving buitenland | Een nadere aanduiding bij een buitenlands adres. | RGL | C | |
Landcode ISO buitenland | De code van een huidig land of gebiedsdeel conform ISO 3166-1. | RGL | ||
Loonkostenvoordeel (LKV) | Loonkostensubsidie voor werkgevers die bepaalde werknemers in dienst nemen of houden: - loonkostenvoordeel oudere werknemer; - loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer; - loonkostenvoordeel doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden; - loonkostenvoordeel herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer. | 2.1 Wtl | B | |
Loon | Er zijn veel loonbegrippen die een rol spelen bij de loonaangifte. Let altijd goed op welk loonbegrip aan de orde is. | Wij noemen het loonbegripsverwarring als verschillende loonbegrippen door elkaar worden gehaald. | B | |
Loon (voor het arbeidsrecht) | Volgens de Hoge Raad wordt onder loon verstaan: de vergoeding door den werkgever aan den werknemer verschuldigd ter zake van den bedongen arbeid. | Om van een arbeidsovereenkomst te kunnen spreken moet er voor de werkgever een verplichting zijn om loon te betalen. Dit begrip ‘loon’ is over het algemeen minder ruim dan het loon voor de loonbelasting. Let op: Voor de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag geldt een ander loonbegrip. | B | |
Loon (voor de loonbelasting) | Loon is al hetgeen uit een dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten, daaronder mede begrepen hetgeen wordt vergoed of verstrekt in het kader van de dienstbetrekking. | 10 Wet LB | A | |
Loon (voor de premieheffing volksverzekeringen) | Het loon voor de loonbelasting met uitzondering van bepaalde vormen van eindheffingsloon. | Bijvoorbeeld loon dat is aangewezen als eindheffingsloon voor de werkkostenregeling is geen loon voor de premieheffing volksverzekeringen. | 8 lid 2 Wfsv | B |
Loon (voor de premieheffing werknemersverzekeringen) | Het loon voor de loonbelasting met een aantal uitzonderingen zoals loon uit vroegere dienstbetrekking en bepaalde vormen van eindheffingsloon. | Bijvoorbeeld pensioen en loon dat is aangewezen als eindheffingsloon voor de werkkostenregeling zijn geen loon voor de premieheffing werknemersverzekeringen. | 16 Wfsv | B |
Loon (voor de bijdrage Zvw) | Het loon voor de loonbelasting met een aantal uitzonderingen zoals bepaalde vormen van eindheffingsloon. | Bijvoorbeeld loon dat is aangewezen als eindheffingsloon voor de werkkostenregeling is geen loon voor de bijdrage Zvw. | 42 Zvw | B |
Loon belast volgens tabel bijzondere beloningen | Dat deel van het Loon LB/PH dat is belast onder toepassing van de tabel bijzondere beloningen. | RGL | C | |
Loon in geld | Het loon voor de loonbelasting, voor zover dit in geld wordt verstrekt. Ook: Het bedrag loon in geld zoals vermeld in kolom 3 van de loonstaat. | Dit is dus het loon voor de loonbelasting zonder aanspraken en zonder loon in natura. | 1 lid 2 onder b UBLB; RGL | A/C |
Loon in natura | Loon in de zin van artikel 10 Wet LB dat niet in geld wordt genoten en dat geen aanspraak is. | 13 Wet LB | B | |
Loon LB/PH | Het totaalbedrag waarover de loonbelasting/premie volksverzekeringen wordt berekend. | We spreken ook wel over het ‘loon voor de loonheffing’. | RGL | C |
Loon SV | Het loon voor de werknemersverzekeringen. | RGL | C | |
Loon uit overwerk | Het (bruto) bedrag dat aan loon is uitbetaald in verband met overwerk. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.8. | RGL | C |
Loon uit tegenwoordige dienstbetrekking | Volgens de Hoge Raad is loon uit tegenwoordige dienstbetrekking: loon dat ten nauwste verband houdt met bepaalde verrichte arbeid of met in een bepaald tijdvak verrichte arbeid. Daarnaast worden bepaalde uitkeringen met loon uit tegenwoordige dienstbetrekking gelijkgesteld, zie witte tabel. | Let op: Het verschil tussen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking en loon uit vroegere dienstbetrekking zit hem dus niet in het moment van betalen. | 22a Wet LB | B |
Loon uit vroegere dienstbetrekking | Volgens de Hoge Raad vormen loon uit vroegere dienstbetrekking: uitkeringen die slechts meer algemeen hun oorzaak vinden in voorheen verricht zijn van arbeid. Bepaalde vormen van loon uit vroegere dienstbetrekking worden als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking behandeld, zie groene tabel. | Let op: Het verschil tussen loon uit tegenwoordige dienstbetrekking en loon uit vroegere dienstbetrekking zit hem dus niet in het moment van betalen. | 10 Wet LB | B |
Loonaangifte | De aangifte voor de loonbelasting, de premie voor de volksverzekeringen, de premies voor de werknemersverzekeringen en de Zvw-bijdrage. | Deze definitie is bedoeld voor de Wtl. De wet LB kent zelf geen definitie van loonaangifte, maar daarvoor zal hetzelfde zijn bedoeld. | 1.1 onderdeel c Wtl | A |
Loonadministratie (voor de loonbelasting) | Een inhoudingsplichtige moet een loonadministratie voeren. | De Wet LB geeft geen definitie van wat onder een loonadministratie moet worden verstaan. Wel wordt op verschillende plaatsen aangegeven wat in de loonadministratie moet worden opgenomen. | 28 lid 1 onderdeel c Wet LB | B |
Loonadministratie (voor de Wtl) | De loonadministratie voor de loonbelasting. | 1.1 onderdeel f Wtl | A | |
Loonbelasting | De directe belasting die op grond van de Wet LB wordt geheven. | Loonbelasting wordt als voorheffing geheven maar ook als eindheffing en/of pseudo-eindheffing. | 1 Wet LB | B |
Loonbelastingkaart | Verouderde term. Zie jaaropgaaf. | |||
Loonbelastingtabel | Tabel aan de hand waarvan de verschuldigde loonbelasting wordt vastgesteld. | Nog steeds wordt de loonbelasting op basis van tabellen vastgesteld. De rekenrekenregels die ‘achter’ de tabellen zitten worden in de salarissoftware opgenomen. | 25 lid 2 Wet LB | B |
Loonbelastingverklaring | Deze term wordt nog veel gebruikt, maar we spreken alweer heel lang over de Opgaaf gegevens voor de loonheffingen. Zie aldaar. | B | ||
Looncode; zie Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode | ||||
Loonheffing | De gezamenlijke heffing van de loonbelasting en de premie volksverzekeringen. | B | ||
Loonheffingen | De loonbelasting, premie volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de Zvw-bijdrage. | B | ||
Loonheffingennummer | Een door de Belastingdienst toegekende identificatie waaronder de administratieve eenheid bekend is bij de UWV/Belastingdienst. | Een loonheffingennummer bestaat uit het BSN/RSIN of fiscaalnummer gevolgd door de hoofdletter L en een subnummer. | RGL | C |
Loonheffingensubnummer | Het subnummer dat de Belastingdienst uitreikt aan inhoudingsplichtigen en dat correspondeert met een administratieve eenheid. | Per loonheffingennummer kunnen meerdere subnummers worden toegekend. Deze kunnen de waarden 01 tot en met 99 hebben. Subnummers zijn alleen administratief van betekenis. | B | |
Loonstaat | De inhoudingsplichtige legt voor iedere werknemer voor de eerste loonverstrekking in het kalenderjaar een loonstaat aan en houdt deze vervolgens bij. De loonstaat wordt opgemaakt overeenkomstig het door de inspecteur verstrekte model. | Van het model mag worden afgeweken mits deze ten minste de mogelijkheid biedt op duidelijke wijze dezelfde gegevens te administreren. | 7.2 URLB | A |
Loontijdvak | Het tijdvak waarover het loon wordt genoten. | Let op: Het tijdvak waarover het loon wordt genoten is niet hetzelfde als betaaltijdvak. Het gaat om hetgeen is afgesproken. Zo oordeelde Hof Amsterdam dat als een uurloon is afgesproken in principe de uurtabel van toepassing is. Omdat er geen uurtabel beschikbaar is moet de dagtabel wordt toegepast (Hof Amsterdam 31 januari 2005, ECLI:NL:GHAMS:2005:AS6004). Zie ook tijdvaktabel. | 25 Wet LB | A |
Losse correctie – zie correctiebericht | ||||
Maaltijden | Over het algemeen wordt hiermee een lunch of avondmaaltijd bedoeld. | Maaltijden moeten worden onderscheiden van consumpties. Voor maaltijden op de werkplek geldt een maximale waardering. Consumpties op de werkplek worden op nihil gewaardeerd. Zie aldaar. | 3.8 URLB | B |
Maximumbijdrageloon | Het maximumbedrag waarover de Zvw-bijdrage verschuldigd is. | 43 lid 3 Zvw en 5.2 Regeling zorgverzekering | B | |
Maximumpremieloon | Het maximumbedrag waarover premies werknemersverzekeringen verschuldigd zijn. | 17 lid 1 Wfsv en 3 RVPWV 2024 | B | |
Meewerkend kind | Het kind van 15 jaar of ouder dat werkzaam is in de onderneming van zijn ouder. | Meewerkende kinderen kunnen een fictieve dienstbetrekking met hun ouders hebben. Dit is niet het geval als sprake is van een samenwerkingsverband waarbij het kind als ondernemer voor de inkomstenbelasting kan worden gezien. | 3 lid 1 onderdeel f Wet LB | B |
Mobiliteitsbudget – zie keuzeloon | ||||
Modelovereenkomsten | Over het algemeen worden hiermee bedoeld de door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomsten aan de hand waarvan kan worden geconcludeerd dat geen sprake is van een dienstbetrekking voor de loonheffingen. | Uiteraard moet dan de feitelijke situatie overeenkomen met wat er in de modelovereenkomst staat. Er bestaat een groot aantal goedgekeurde modelovereenkomsten. Zie de site van de Belastingdienst. | B | |
Naam inhoudingsplichtige | De naam van de inhoudingsplichtige zoals die door de Belastingdienst aan hem is medegedeeld in de aangiftebrief waarin de aangifte- en betaaldata bekend zijn gemaakt. | RGL | C | |
Naheffing | De aanslag die de Belastingdienst kan opleggen als loonheffingen geheel of gedeeltelijk niet zijn betaald. | 20 AWR | B | |
Nationaliteit | De nationaliteit waarmee de natuurlijke persoon zich bij de inhoudingsplichtige heeft geïdentificeerd. | RGL | C | |
Natuurlijke persoon | Mens van vlees en bloed. | Staat tegenover de rechtspersoon (N.V., B.V. etc.). Alleen natuurlijke personen kunnen een werknemer zijn. Natuurlijke personen kunnen net als rechtspersonen een werkgever en daarmee een inhoudingsplichtige zijn. | B | |
Nettoloon | Over het algemeen wordt hiermee bedoeld het overeengekomen loon in geld na aftrek van de verschuldigde loonheffing. | Let op: Omdat er geen algemene definitie geldt voor nettoloon kunnen in de praktijk misverstanden bestaan over wat hiermee wordt bedoeld. | B | |
Nihilgewaardeerd loon | Loon in natura waarvan de waarde op nihil wordt gesteld. | Over het algemeen gaat het om voorzieningen op de werkplek zoals consumpties en kleding die aan bepaalde voorwaarden voldoet (zie werkkleding). | 3.7 URLB | B |
Nominatieve gegevens | De gegevens voor de loonaangifte op het niveau van de werknemer zoals deze worden genoemd in artikel 1a.1. lid 4 RGL. | Nominatieve gegevens moeten worden onderscheiden van de algemene gegevens en de collectieve gegevens. Zie aldaar. | RGL | B |
Nummer inkomstenverhouding | Nummer, zoals vermeld in de loonstaat, waarmee de inkomstenverhouding in combinatie met het Burgerservicenummer of het personeelsnummer wordt geïdentificeerd. | RGL | C | |
Opbouw arbeidsvoorwaardenbedrag | De opbouw van het arbeidsvoorwaardenbedrag die in een aangiftetijdvak heeft plaatsgevonden. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.16. | RGL | C |
Opgaaf gegevens voor de loonheffingen | De opgave die de werknemer schriftelijk gedagtekend en ondertekend aan de inhoudingsplichtige moet doen van: - zijn naam met voorletters; - zijn geboortedatum; - zijn burgerservicenummer; - zijn adres met postcode; - zijn woonplaats en, als hij niet in Nederland woont, zijn woonland en regio. | Vaak wordt nog over de ‘loonbelastingverklaring’ gesproken, maar die term bestaat strikt genomen niet meer. | 7.9 URLB | B |
Opgebouwde recht vakantiebijslag | Het bruto bedrag dat aan rechten op vakantiebijslag is opgebouwd in het tijdvak. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.15. | RGL | C |
Opname arbeidsvoorwaardenbedrag | Het door de werkgever als loon (bruto bedrag) in de zin van artikel 16 van de Wet financiering sociale verzekeringen in een aangiftetijdvak uitbetaalde bedrag ten laste van een arbeidsvoorwaardenbedrag. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.16. | RGL | C |
Opslag Wko | Het bedrag dat door de administratieve eenheid in het tijdvak voor de inkomstenverhouding aan opslag Wet Kinderopvang (Wko) is verschuldigd. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 7.5. | RGL | C |
Opting-in | De fictieve dienstbetrekking waar werkgever en werknemer onder voorwaarden voor kunnen kiezen als geen sprake is van een arbeidsovereenkomst of andere fictieve dienstbetrekking. | Ook wel de ‘vrijwillige dienstbetrekking’ genoemd. Deze geldt niet voor het arbeidsrecht en evenmin voor de werknemersverzekeringen. | 2g UBLB | B |
Overwerkloon | De beloningen ter zake van arbeid die verricht gedurende de tijd die uitgaat boven de voor de werknemer geldende normale arbeidsduur. | Deze definitie gaat alleen over de vraag wanneer van overwerk sprake is voor de toepassing van de tabel bijzondere beloningen. In bijvoorbeeld CAO’s kan weer een heel andere definitie van overwerk gelden. | 26 lid 4 Wet LB | A |
Partner (voor de inkomstenbelasting) | Degene die op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisregistratie personen en daarbij aan de gestelde voorwaarden voldoet. | 1.2 Wet IB 2001 | A | |
PAWW | Premie private aanvulling werkloosheidswet en loongerelateerde WGA | E | ||
Payrollovereenkomst | De payrollovereenkomst is de uitzendovereenkomst, waarbij de overeenkomst van opdracht tussen de werkgever en de derde niet tot stand is gekomen in het kader van het samenbrengen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt en waarbij de werkgever alleen met toestemming van de derde bevoegd is de werknemer aan een ander ter beschikking te stellen. | De payrollovereenkomst is een vorm van een uitzendovereenkomst. | 7:692 BW | A |
Pensioenregeling | Een regeling die voldoet aan de eisen die de Wet LB stelt. Het kan gaan om een: - ouderdomspensioen; - partnerpensioen; - wezenpensioen; - arbeidsongeschiktheidspensioen. | Als sprake is van een pensioenregeling die aan de eisen van de Wet LB voldoet is de pensioenaanspraak (zeg: het werkgeversdeel van de pensioenpremie) onbelast en komt de op het loon van de werknemer ingehouden bijdrage in mindering op het loon voor de loonheffingen. | 18 Wet LB | B |
Periodetabel – zie tijdvaktabel | ||||
Personeelsnummer | Het nummer waaronder de persoon bij de werkgever bekend is. | Volgens de wet moet een eerstedagsmelding een personeelsnummer bevatten als het BSN ontbreekt.Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.2. | 7.6 URLB; RGL | C |
Persoonlijk keuzebudget (PKB) – zie keuzeloon | E | |||
PKB | Persoonlijk keuzebudget | E | ||
Polisadministratie | Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen draagt zorg voor de inrichting en adequate werking van de polisadministratie. De polisadministratie heeft onder meer tot doel: - van de werknemer gegevens over zijn arbeidsverhouding en uitkeringsverhouding – daaronder begrepen duur, loon en premies werknemersverzekeringen – vast te leggen ten behoeve van de werknemersverzekeringen en de uitvoering van taken die bij of krachtens enige andere wet dan aan het UWV zijn opgedragen; - besluiten over recht op uitkering of verstrekking te baseren op gegevens als bedoeld in onderdeel a met het oog waarop de werknemer wordt geïnformeerd over die gegevens en het al dan niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen; - de verwerking van gegevens van de werknemer over genoten loon in de zin van de Wet LB, ingehouden loonbelasting, premie volksverzekeringen in de zin van de Wfsv, Zvw-bijdrage en andere gegevens van belang voor de heffing van de inkomstenbelasting ten behoeve van de uitvoering van de taken van de Belastingdienst; - de verwerking van overige gegevens van de werknemers van belang voor statistische doeleinden op het gebied van arbeid en lonen ten behoeve van het Centraal bureau voor de statistiek. | 33 Suwi | A | |
Postcode | De codering van een Nederlands postadres. | RGL | C | |
Postcode buitenland | De door een buitenlandse postdienst vastgestelde codering van een adres in het buitenland. | RGL | C | |
Postuum loon | Loon dat wordt genoten nadat de werknemer die het betreft is overleden. | In principe wordt postuum loon genoten door de nabestaanden van de overleden werknemer. Onder bepaalde voorwaarden mag verloning plaatsvinden alsof de overleden werknemer zelf het loon heeft genoten. | B | |
Premie Aof hoog | Het bedrag dat door de administratieve eenheid in het tijdvak voor de inkomstenverhouding aan hoge premie Aof is verschuldigd. | RGL | C | |
Premie Aof laag | Het bedrag dat door de administratieve eenheid in het tijdvak voor de inkomstenverhouding aan lage premie Aof is verschuldigd. | RGL | C | |
Premie Aof uitkering | Het bedrag dat door de administratieve eenheid in het tijdvak voor de inkomstenverhouding aan premie Aof over de uitkering is verschuldigd. | RGL | C | |
Premie AWf herzien | Het bedrag dat door de administratieve eenheid in het tijdvak voor de inkomstenverhouding aan herziene premie AWf is verschuldigd ten behoeve van het fonds AWf. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 7.2. | RGL | C |
Premie AWf hoog | Het bedrag dat door de administratieve eenheid in het tijdvak voor de inkomstenverhouding aan hoge premie AWf is verschuldigd ten behoeve van het fonds AWf. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 7.2. | RGL | C |
Premie AWf laag | Het bedrag dat door de administratieve eenheid in het tijdvak voor de inkomstenverhouding aan lage premie AWf is verschuldigd ten behoeve van het fonds AWf. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 7.2. | RGL | C |
Premie Ufo | Het bedrag dat door de administratieve eenheid in het tijdvak verschuldigd is voor de inkomstenverhouding in verband met WW-voorzieningen betaald uit het Uitvoeringsfonds voor de overheid. | RGL | C | |
Premie volksverzekeringen | De premie die wordt geheven op grond van de AOW, de Anw en de Wtl. | We hebben het over de premie volksverzekeringen (dus zonder ‘s’). Deze premie kan jaarlijks wijzigen. | B | |
Premies werknemers-verzekeringen | De premies die ingevolge de WW en de WIA worden geheven. | Deze premies kunnen jaarlijks wijzigen. | B | |
Premieloon | Het loon waarover premies werknemersverzekeringen wordt geheven. | 16 Wfsv | B | |
Premieloonsom | De loonsom die mede de hoogte van de gedifferentieerde Wga-premie bepaalt en/of de loonsom die bepaalt of het hoge dan wel het lage Aof-premie van toepassing is. | B | ||
Premieplichtig (voor de volksverzekeringen) | De verzekerde in de zin van de volksverzekeringen. | 6 lid 1 Wfsv | B | |
Premieplichtige (voor de WIA) | De werkgever in de zin van de WIA. | 34 Wfsv | B | |
Premieplichtige (voor de WW) | De werkgever in de zin van de WW. | 25 Wfsv | B | |
Pseudo-eindheffing | Een heffingen op grond van de Wet LB die door de inhoudingsplichtige verschuldigd zijn en bovenop de loonbelasting als voor- of eindheffing komen. | Op dit moment kennen we twee pseudo-eindheffingen, namelijk die op: - excessieve vertrekvergoedingen (zie pseudo-eindheffing op excessieve vertrekvergoedingen); - uitkeringen ingevolge regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-regelingen, zie pseudo-eindheffing RVU). | 32ba e.v. Wet LB | B |
Pseudo-eindheffing op excessieve vertrekvergoedingen | Een pseudo-eindheffing op excessieve vertrekvergoedingen. | Komt niet heel vaak voor, maar zie deze heffing vooral niet over het hoofd. De berekening is vaak complex. Het tarief is 75% en moet door de werkgever worden betaald. Een aangifte moet schriftelijk worden gedaan en loopt dus niet mee met de digitale loonaangifte. | 32bb Wet LB | B |
Pseudo-eindheffing RVU | Het bedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak als eindheffing aan loonbelasting/premie volksverzekeringen afdraagt over de werkgeversbijdragen in een regeling voor vervroegde uittreding (RVU). | Één van de pseudo-eindheffingen. Deze is gericht op het ontmoedigen van het treffen van RVU-regelingen. Kan een rol spelen bij ontslagregelingen en sociale plannen. Het heffingspercentage is 52. | RGL | C |
Regeling gegevensuitvraag loonaangifte (RGL) | De uitvoeringsregeling waarin de gegevens voor de loonaangifte zijn opgenomen | RGL | C | |
Regeling voor vervroegde uittreding (RVU) | Onder een regeling voor vervroegde uittreding wordt verstaan een regeling die of een gedeelte van een regeling dat uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten doel heeft voorafgaand aan het ingaan van uitkeringen ingevolge een pensioenregeling of de Algemene Ouderdomswet te voorzien in een of meer uitkeringen of verstrekkingen ter overbrugging van de periode tot het ingaan van het pensioen of de uitkering ingevolge de Algemene Ouderdomswet dan wel tot het aanvullen van uitkeringen ingevolge een pensioenregeling. In afwijking in zoverre van de eerste volzin wordt een regeling niet als regeling voor vervroegde uittreding aangemerkt, voor zover die regeling een pensioenovereenkomst inhoudt als bedoeld in de Pensioenwet, een beroepspensioenregeling inhoudt als bedoeld in de Wet verplichte beroepspensioenregeling of een pensioenregeling is als bedoeld in hoofdstuk IIB of in de artikelen 38d, 38e of 38f. | Uitkeringen ingevolge een RVU kunnen onder de pseudo-eindheffing RVU vallen. | 32ba lid 6 LB | A |
Regionaam buitenland | De naam van een gebiedsdeel binnen een land. | RGL | C | |
Relatienummer | Het (relatie)nummer waaronder de softwareontwikkelaar als abonnee bekend is bij de Belastingdienst. | RGL | C | |
RGL | Regeling gegevensuitvraag loonaangifte | E | ||
RVPWlz | Regeling vaststelling premiepercentage Wlz | Op grond van deze regeling wordt de Wlz-premie vastgesteld. | E | |
RVPWV 2023 | Regeling tot vaststelling premiepercentages werknemers- en volksverzekeringen, maximumpremieloon werknemersverzekeringen en opslag kinderopvangtoeslag 2023 | Op grond van deze regeling wordt voor 2024 de hoogte vastgesteld van de: - de Anw-premie - de AOW-premie - de AWf-premie - de Aof-premie - de Wko-opslag - de Ufo-premie | E | |
RVU | Regeling voor vervroegde uittreding | E | ||
Saldo | Het bedrag dat het verschil aangeeft tussen een voor een aangiftetijdvak aangeleverde correctie ten opzichte van de oorspronkelijke aangifte voor dat tijdvak of ten opzichte van een eerdere reeds verrekende correctie voor dat tijdvak. | RGL | C | |
Saldo correcties voorgaand aangiftetijdvak | Een saldo correcties voorgaand aangiftetijdvak is een opgave van het verschil tussen een voor een aangiftetijdvak aangeleverde correctie op een collectieve aangifte ten opzichte van de oorspronkelijke collectieve aangifte voor dat tijdvak of ten opzichte van een eerdere reeds verrekende correctie voor dat tijdvak. | RGL | C | |
Samenhangende groep inhoudingsplichtigen (sgi) | Inhoudingsplichtigen kunnen door de Belastingdienst worden aangewezen als samenhangende groep. | De wet stelt geen specifieke eisen aan wanneer inhoudingsplichtigen een sgi kunnen vormen. De leden van de sgi blijven zelf hun loonaangifte doen. De voordelen zijn dat bepaalde administratieve handelingen niet meer hoeven te worden verricht als werknemers binnen de sgi van werkgever veranderen. | 27e Wet LB | B |
Samenvoegbepalingen | Bepalingen op grond waarvan bepaalde loonbetalingen en/of uitkeringen moeten worden verloond alsof van één dienstbetrekking sprake is. | 9.1 e.v. URLB | B | |
Sector | Code ter aanduiding van de sector waar de inkomstenverhouding onder viel gedurende de aangegeven periode. | Zie sectorindeling, datum aanvang sector, datum einde sector. | RGL | |
Sectorindeling | Indeling van het bedrijfs- en beroepsleven ingedeeld in sectoren. | Kan van belang zijn voor de hoogte van de Whk-premie. | 95 Wfsv | B |
Sgi | Samenhangende groep inhoudingsplichtigen | E | ||
Significant deel van de achternaam | De achternaam zonder voorvoegsels. | RGL | C | |
Stagiair | Degene, die werkzaam is om vakbekwaamheid te verwerven, onder wie mede wordt begrepen degene, die als leerling van een instelling van onderwijs praktisch werkzaam is, alsmede degene, die aan een bedrijfsschool opleiding ontvangt, een en ander indien een beloning wordt genoten, die niet uitsluitend bestaat in het ontvangen van onderricht. | 3 lid 1 onderdeel e LB | B | |
Standaardloonheffingskorting | De standaardloonheffingskorting is het gezamenlijke bedrag van - de algemene heffingskorting (zie aldaar); - de arbeidskorting (zie aldaar); - de jonggehandicaptenkorting; - de ouderenkorting en - de alleenstaande ouderenkorting. | 21c Wet LB | A | |
Straatnaam | De officiële door de gemeente vastgestelde naam van een straat. | RGL | C | |
Straatnaam buitenland | De naam van een straat in het buitenland. | RGL | C | |
Studie(kosten)budget – zie keuzeloon | ||||
Suwi | Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen. | E | ||
SV-loon – zie ook loon SV | Hier wordt meestal het loon voor de premieheffing werknemersverzekeringen mee bedoeld. | B | ||
SVB | Sociale Verzekeringsbank | E | ||
Tabel bijzondere beloningen | De tabel voor tantièmes, gratificaties en andere beloningen die in de regel slechts eenmaal of eenmaal per jaar worden toegekend. | Ten onrechte wordt dit ook wel het ‘bijzondere tarief’ genoemd. Beter is te spreken over het ‘marginale tarief’, ofwel het tarief dat de werknemer verschuldigd is over loon dat hij extra gaat verdienen. | 26 Wet LB | B |
Tabel (voor aannemers van werk, thuiswerkers, sekswerkers en gelijkgestelden) | Tabellen speciaal voor werknemers die een fictieve dienstbetrekking hebben als: - uitvoerders van aangenomen werk; - hulpen van uitvoerders van aangenomen werk; - thuiswerkers; - hulpen van thuiswerkers; - gelijkgestelden; - sekswerkers. | Zie ook Tabelloon (voor uitvoerders van aangenomen werk en hun hulpen, thuiswerkers en hun hulpen, gelijkgestelden en sekswerkers). | 2 onderdeel d Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990 | B |
Tabelloon | Het loon waarop de loonbelastingtabel wordt toegepast. | 1 lid 2 onderdeel d UBLB | A | |
Tabelloon (voor de Participatiewet) | Het loon in geld, nadat dit is verminderd met de door de inhoudingsplichtige voor zijn rekening genomen belasting. | De tabellen voor uitkeringen op grond van de Participatiewet moeten worden toegepast op het nettoloon. | 7 lid 2 onderdeel a UBLB | A |
Tabelloon (voor uitvoerders van aangenomen werk en hun hulpen, thuiswerkers en hun hulpen, gelijkgestelden en sekswerkers) | Het loon voor de loonbelasting vermeerderd met bedragen die worden ingehouden als bijdrage voor de volgende aanspraken die niet tot het loon behoren: - aanspraken die naar aard en strekking overeenkomen met socialeverzekeringsaanspraken - aanspraken op uitkeringen wegens overlijden of invaliditeit ten gevolge van een ongeval. | Dit gaat om werknemers die in het kader van een fictieve dienstbetrekking werken en waarvoor speciale tabellen zijn, namelijk: - de tabel voor uitvoerders van aangenomen werk en hun hulpen - de tabel voor thuiswerkers en hun hulpen - de tabel voor gelijkgestelden - de tabel voor sekswerkers. | 7 lid 2 onderdeel b UBLB; 2 onderdeel d Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990. | A |
Telefoonnummer contactpersoon aanleveraar | Het telefoonnummer van de contactpersoon van de aanleveraar. | RGL | C | |
Totaal aanwas in het cumulatieve premieloon Aof hoog | Het totaalbedrag waarover in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid de hoge premie Aof is berekend. | RGL | C | |
Totaal aanwas in het cumulatieve premieloon Aof laag | Het totaalbedrag waarover in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid de lage premie Aof is berekend. | RGL | C | |
Totaal aanwas in het cumulatieve premieloon Aof uitkering | Het totaalbedrag waarover in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid de premie Aof uitkering is berekend. | RGL | C | |
Totaal aanwas in het cumulatieve premieloon AWf herzien | Het totaalbedrag waarover in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid de herziene premie AWf is berekend. | RGL | C | |
Totaal aanwas in het cumulatieve premieloon AWf hoog | Het totaalbedrag waarover in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid de hoge premie AWf is berekend. | RGL | C | |
Totaal aanwas in het cumulatieve premieloon AWf laag | Het totaalbedrag waarover in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid de lage premie AWf is berekend. | RGL | C | |
Totaal aanwas in het cumulatieve premieloon Ufo | Het totaalbedrag waarover in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid de premie Ufo is berekend. | RGL | C | |
Totaal Generaal | Het totaalbedrag dat verschuldigd is in het aangiftetijdvak onder verrekening van in dat tijdvak aangeleverde correcties. | RGL | C | |
Totaal ingehouden bijdragen Zvw | Het totaalbedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak aan ingehouden bijdragen Zvw moet afdragen. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 8.2.2. | RGL | C |
Totaal gedifferentieerde premie Whk | Het totaalbedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak aan gedifferentieerde premie Whk moet afdragen. | RGL | C | |
Totaal loon LB/PH | Het totaalbedrag dat in totaal in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid is vastgesteld aan loon dat onderworpen is aan loonbelasting/premie volksverzekeringen. | RGL | C | |
Totaal loon SV | Het totaalbedrag dat in totaal in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid is vastgesteld aan loon voor de werknemersverzekeringen. | RGL | C | |
Totaal opslag Wko | Het totaalbedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak aan Opslag Wko moet afdragen. | RGL | C | |
Totaal premie Aof hoog | Het totaalbedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak aan Premie Aof hoog moet afdragen. | RGL | C | |
Totaal premie Aof laag | Het totaalbedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak aan Premie Aof laag moet afdragen. | RGL | C | |
Totaal premie Aof uitkering | Het totaalbedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak aan Premie Aof uitkering moet afdragen. | RGL | C | |
Totaal premie AWf herzien | Het totaalbedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak aan herziene premie AWf moet afdragen in verband met wettelijke bijdragen aan het fonds AWf (Algemeen Werkloosheidsfonds). | RGL | C | |
Totaal premie AWf hoog | Het totaalbedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak aan hoge premie AWf moet afdragen in verband met wettelijke bijdragen aan het fonds AWf (Algemeen Werkloosheidsfonds). | RGL | C | |
Totaal premie AWf laag | Het totaalbedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak aan lage premie AWf moet afdragen in verband met wettelijke bijdragen aan het fonds AWf (Algemeen Werkloosheidsfonds). | RGL | C | |
Totaal premie Ufo | Het totaalbedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak aan premie moet afdragen in verband met wettelijke bijdragen aan het fonds Ufo (Uitvoeringsfonds voor de overheid). | RGL | C | |
Totaal te betalen over tijdvak | Het totaalbedrag dat verschuldigd is aan loonheffingen in het aangiftetijdvak. | RGL | C | |
Totaal werkgeversheffing Zvw | Het totaalbedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak aan werkgeversheffing Zvw moet afdragen. | RGL | C | |
Tijdvak | Tijdvak duidt de periode aan waarover wordt aangegeven of gecorrigeerd. | RGL | C | |
Tijdvakloon | Meestal wordt hiermee bedoeld het loon dat niet wordt belast aan de hand van de tabel bijzondere beloningen maar aan de hand van een tijdvaktabel. | Een begrip dat wordt gebruikt bij de berekening van de heffingskortingen. | 22a en 22b Wet LB | B |
Tijdvaktabel | De tabellen aan de hand waarvan voor tijdvakloon de verschuldigde belasting wordt vastgesteld. | Er zijn witte en groene tabellen voor loontijdvakken van: - een maand - een week - een dag - een kwartaal - vier weken. Zie ook loontijdvak. | 2 Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990 | B |
UBLB | Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 | E | ||
Ufo-premie | Premie die wordt geheven ten behoeve van het Uitvoeringsfonds voor de overheid. | Deze premie kan jaarlijks wijzigen. | 31 Wfsv en 5 RVPWV 2024 | B |
Uiterste aangiftedatum | De laatste dag van de aangiftetermijn. | B | ||
Uiterste betaaldatum | De laatste dag van de betaaltermijn. | B | ||
Uitsluitend of nagenoeg uitsluitend | Geen wettelijke definitie, maar blijkens de rechtspraak wordt hier in het algemeen mee bedoeld: 90% of meer. | Meerdere plaatsen | B | |
Uitzendovereenkomst | De uitzendovereenkomst is de arbeidsovereenkomst waarbij de werknemer door de werkgever, in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van de werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan de werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde. | De uitzendovereenkomst is een vorm van een arbeidsovereenkomst. | 7:690 BW | A |
Uitvoerder van aangenomen werk | Degene, die, anders dan in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep, en anders dan als thuiswerker, ingevolge een overeenkomst tot aanneming van werk als bedoeld in artikel 750 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek die niet rechtstreeks is aangegaan met een natuurlijke persoon ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden, persoonlijk een werk tot stand brengt. | Voor niet-zelfstandige aannemers bestaat een fictieve dienstbetrekking en is een speciale tabel van toepassing. | 1 lid 2 onder b UBLB | A |
Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 | Algemene Maatregel van Bestuur die ‘onder de Wet LB hangt’. Hier vinden we vooral regels inzake de fictieve dienstbetrekkingen, pensioen en de 30%-regeling. | B | ||
Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 | Uitvoeringsregeling regelgeving die ‘onder de Wet LB hangt’. Hier vinden we bijvoorbeeld de nihilwaarderingen en regels over onder meer fooien, loontijdvakken en de loonadministratie. | B | ||
URLB | Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 | E | ||
UWV | Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen | E | ||
Vakantiebijslag | Het brutobedrag dat aan vakantiebijslag is uitbetaald in het tijdvak. | Werknemers hebben recht op vakantiebijslag ingevolge de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Het recht kan ook op een CAO berusten. We spreken vaker over vakantiegeld. Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.15. | RGL | C |
Vakantiebonnen | Een systeem waarbij werknemer hun vakantierechten krijgen in de vorm van rechten die zij geldend kunnen maken zodra zijn vakantie willen opnemen. Hierbij wordt over de vakantiebon loonheffingen betaald en zijn de uitkeringen onbelast. | Vakantiebonnen schijnen niet meer te bestaan. De regels op dit punt zijn daarom per 1 januari 2023 komen te vervallen. Zie ook tijdspaarfonds. | 13 lid 4 Wet LB | B |
Vaste inrichting | Over het algemeen een fysieke inrichting waar een werkgever over kan beschikken. | Een belangrijk en complex begrip dat onder meer een rol speelt als de werkgever niet in Nederland is gevestigd. | 6 lid 2 Wet LB | B |
Vaste plaats van werkzaamheden | In de wetsgeschiedenis is te vinden: Van een vaste plaats van werkzaamheden is in ieder geval sprake als een werknemer op kalenderjaarbasis meer dan 40 dagen naar de betreffende plek reist, ongeacht de datum van indiensttreding, het aantal contracturen en de lengte van het verblijf. Er kan sprake zijn van meerdere vaste werkplekken. | De woorden ‘in ieder geval’ maken het er niet duidelijker op. Het belang is dat voor eenzelfde werkdag niet tegelijkertijd een onbelaste thuiswerkvergoeding mag worden gegeven en een onbelaste reiskostenvergoeding als naar een vaste plaats van werkzaamheden wordt gereisd. Het valt verder op dat in de wet op dit punt niet over ‘woon-werkverkeer’ wordt gesproken maar over reizen naar een ‘vaste plaats van werkzaamheden’. Dat doet vermoeden dat hier niet hetzelfde mee wordt bedoeld. Overigens wordt in het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie in dit kader ook over een ‘vaste plek’ gesproken (par. 32.1.2). | 31a lid 12 Wet LB | B |
Vaste plek – zie vaste plaats van werkzaamheden | ||||
VCR | Voortschrijdend cumulatief rekenen | E | ||
Verbonden vennootschap | - Een vennootschap waarin de inhoudingsplichtige voor ten minste een derde gedeelte belang heeft; - een vennootschap die voor ten minste een derde gedeelte belang heeft in de inhoudingsplichtige; - een vennootschap waarin een derde voor ten minste een derde gedeelte belang heeft, terwijl deze derde tevens voor ten minste een derde gedeelte belang heeft in de inhoudingsplichtige. | Het begrip ‘verbonden vennootschap is voor verschillende regelingen van belang, zoals: - aandelenopties - gebruikelijkloonregeling - waardering loon in natura - rentevoordelen - producten uit eigen bedrijf. | 10a lid 7 Wet LB | A |
Vergrijpboete | De boete die kan worden opgelegd als de inhoudingsplichtige is te wijten dat een loonheffing niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet binnen de in de belastingwet gestelde termijn is betaald. | Er zijn dus drie mogelijke redenen voor een vergrijpboete: - niet betalen; - te weinig betalen; - te laat betalen. De boete kan oplopen tot 100% van het bedrag dat niet of niet tijdig is betaald. | 67f AWR | B |
Verhaal | Geen wettelijke definitie. Over het algemeen wordt hiermee bedoeld dat belasting die niet op het genietingstijdstip op het loon in geld is of kan worden ingehouden op een andere manier of later ten laste van de werknemer wordt gebracht. | Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn in geval van loon in natura (zie 27 lid 4 Wet LB), bij correcties of als de inspecteur een naheffingsaanslag heeft opgelegd. Voor premies werknemersverzekeringen en de werkgeversbijdrage Zvw geldt een verhaalsverbod. | B | |
Verhaalsverbod | Het wettelijke verbod om premies werknemersverzekeringen of de werkgeversbijdrage Zvw op de werknemer te verhalen. | 20 Wfsv en 42 lid 7 Zvw | B | |
Verklaring arbeidsrelatie (VAR) | Verklaring aan de hand waarvan een opdrachtgever zekerheid kon krijgen of hij met een niet-werknemer te maken heeft. | Afgeschaft met invoering van de Wet DBA in 2016. Wordt nog steeds gemist. | Vervallen | B |
Verloonde uren (algemeen) | Geen algemene wettelijke definitie. Alleen voor de quotumwet en het LIV en de LKV is er een definitie gegeven. Zie aldaar. | Gek genoeg bestaat er geen algemene definitie wat onder ‘verloonde uren’ wordt verstaan en zijn de twee definities die wel worden gegeven niet aan elkaar gelijk. Aangenomen dat de uren die zijn opgenomen in de loonaangifte automatisch in de polisadministratie worden opgenomen is er geen verschil in definitie en zal dat ook voor andere doeleinden met ‘verloonde uren’ worden bedoeld. Er bestaat een memo Verduidelijkingen verloonde uren dat is uitgegeven door CBS, UWV en de Belastingdienst. Hiervan verschijnen met enige regelmaat updates. Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.9. | B | |
Verloonde uren (voor de quotumheffing) | De uren waarover loon is betaald en die zijn opgenomen in de loonaangifte op grond van artikel 28 lid 1 Wet LB en die tevens zijn opgenomen in de polisadministratie. | Zie Verloonde uren (algemeen) | 38 lid 4 Wfsv | A |
Verloonde uren (voor de Wtl) | De uren waarover loon is betaald en waarvan door de werkgever op grond van artikel 28 lid 1 onderdeel d Wet LB opgave aan de inspecteur is gedaan. | Zie Verloonde uren (algemeen) | 1.1 onderdeel g Wtl | A |
Verrekende arbeidskorting | Het bedrag dat in het aangiftetijdvak voor de inkomstenverhouding aan arbeidskorting op grond van de tijdvaktabel is verrekend. | RGL | C | |
Verstrekte aanvulling op uitkering werknemersverzekering | Het bedrag aan loon SV dat als aanvulling is uitbetaald op een uitkering werknemersverzekeringen. | RGL | C | |
Vervoer vanwege de inhoudingsplichtige | 1. Vanwege de inhoudingsplichtige georganiseerd vervoer; 2. het reizen per openbaar vervoer op basis van door de inhoudingsplichtige aangeschafte en door hem aan de werknemer verstrekte plaatsbewijzen. | 13a lid 6 Wet LB; 31a lid 5 Wet LB | A | |
Verzuimboete | De boete die kan worden opgelegd als de inhoudingsplichtige de loonaangifte niet, niet binnen de wettelijke termijn, dan wel onjuist of onvolledig heeft gedaan. | Er zijn dus vier mogelijke redenen voor een verzuimboete: - geen aangifte doen; - te laat aangifte doen; - een onjuiste aangifte doen; - een onvolledige aangifte doen. | 67b AWR | B |
VCR-methode | De rekenmethode aan de hand waarvan rekening wordt gehouden met het maximumpremieloon en het maximumbijdrageloon. | De methode houdt in dat voortschrijdend cumulatief wordt berekend hoeveel er aan premie of bijdrage verschuldigd is. Dit gebeurt aan de hand van de grondslagaanwasmethode. Zie het Handboek Loonheffingen Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.9., hoofstuk 5 en 6. | 17 Wfsv en 42 lid 5 Zvw | B |
Volksverzekeringen | AOW, Anw, AKW en de Wlz. | In het algemeen gesproken zijn inwoners van Nederland verzekerd voor de volksverzekeringen. | B | |
Voorheffing | De heffing die met de verschuldigde inkomstenbelasting kan worden verrekend. | De geheven loonbelasting kan met de inkomstenbelasting worden verrekend. Dit geldt niet voor de als eindheffing geheven loonbelasting. | 9.2 lid 1 Wet IB 2001 | B |
Voorletters | De verzameling letters die wordt gevormd door de eerste letter van alle in volgorde voorkomende voornamen. | RGL | C | |
Voorvoegsel | De verzameling van één of meer voorzetsels en/of lidwoorden die aan het significante deel van de achternaam voorafgaat en daarmee gezamenlijk de achternaam vormt. | RGL | C | |
Vrije ruimte | Het deel van de door de inhoudingsplichtige als eindheffingsloon aangewezen vergoedingen en verstrekkingen waarover geen loonbelasting verschuldigd is. | De omvang van de vrije ruimte is sinds de invoering van de werkkostenregeling al regelmatig gewijzigd. De vrije ruimte bedraagt in 2024: - 1,92% van het loon waarover met toepassing van de artikelen 20a, 20b, 26 en 26b belasting wordt geheven met een maximum van € 7.680, vermeerderd met: - 1,18% van het loon waarover met toepassing van de artikelen 20a, 20b, 26 en 26b belasting wordt geheven voor zover dat loon meer bedraagt dan € 400.000. | 31a lid 3 Wet LB | B |
Vrijgesteld loon | Loon dat op grond van artikel 11 Wet LB geen loon voor de loonbelasting is. | Vrijgesteld loon is wat anders dan gericht vrijgesteld loon. Zie aldaar. | 11 Wet LB | B |
Vrijwillige dienstbetrekking – zie opting-in | ||||
Vrijwilliger | Degene die niet bij wijze van beroep arbeid verricht voor een algemeen nut beogende instelling, een sportorganisatie of een niet als zodanig aan te merken lichaam dat niet is onderworpen aan de vennootschapsbelasting of daarvan is vrijgesteld. | De Belastingdienst hanteert als beleid dat alleen van een vrijwilliger sprake is als niet meer dan een bepaald uurloon wordt betaald. | 2 lid 6 Wet LB | A |
Waarde niet in geld uitgekeerd loon | De waarde van het loon dat niet in geld is uitgekeerd en waarop loonbelasting/premie volksverzekeringen moet worden ingehouden en waarover premies voor de werknemersverzekeringen moet worden afgedragen. | Zie kolom 4 van de loonstaat. | RGL | C |
Waarde privégebruik auto | Het bedrag van de forfaitaire waarde van het privégebruik van een aan de werknemer ter beschikking gestelde auto vóór aftrek van de eigen bijdrage van de werknemer. | Zie het Handboek Loonheffingen Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.9., par. 29.21. Zie ook bijtelling en werknemersbijdrage privégebruik auto | RGL | C |
Wajong | Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten | E | ||
WAO | Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering | E | ||
Werkgever (voor de werknemersverzekeringen) | De werkgever in de zin van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering. | De werknemersverzekeringen spreken over de ‘werkgever’ terwijl de loonbelasting / premie volksverzekeringen over de ‘inhoudingsplichtige’ spreekt. | 1 onderdeel q Wfsv | A |
Werkgever (voor de Wet tegemoetkoming loondomein) | De inhoudingsplichtige in de zin van de Wet LB of de werkgever in de zin van de Wfsv. | 1.1 onderdeel a Wtl | A | |
Werkgeversbetaling | Als de inhoudingsplichtige een WW-, ZW-, WAZO- of WAO/WIA-uitkering aan een werknemer doorbetaalt, is er sprake van een werkgeversbetaling of een instantiebetaling. De werkgeversbetaling is voor de situatie waarin de werknemer van de inhoudingsplichtige nog loon uit tegenwoordige dienstbetrekking krijgt. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.9., par. 4.4.3 | B | |
Werkgeversheffing Zvw | Het bedrag dat in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid als werkgeversheffing voor de Zvw wordt afgedragen. | RGL | C | |
Werkkleding | Ter beschikking gestelde kleding die: - (nagenoeg) uitsluitend geschikt is om tijdens de vervulling van de dienstbetrekking te worden gedragen; - per kledingstuk is voorzien van een of meer duidelijk zichtbare, aan de inhoudingsplichtige gebonden beeldmerken met een oppervlakte van tezamen ten minste 70cm², of - achterblijft op de werkplek. | In genoemde drie gevallen is sprake van kleding die op nihil mag worden gewaardeerd. Let op dat het om ter beschikking gestelde kleding moet gaan. De werknemer wordt dus niet eigenaar van de kleding maar mag deze alleen gebruiken. Een vergoeding in geld voor kleding is als regel belast voor alle loonheffingen. | 3.7 lid 1 onderdeel b URLB | A |
Werkkostenregeling | Nergens vinden we in de Wet LB de term ‘werkkostenregeling’. De regels staan verspreid in de wet. | In de Wet Normering Topinkomens vinden we wel de term ‘werkkostenregeling’. | 31 lid 1 onderdelen f en g en 31a Wet LB | B |
Werkloosheidswet | Op grond van deze wet kunnen werknemers onder voorwaarden in aanmerking komen voor een loondervingsuitkering wegens werkloosheid. | B | ||
Werknemer (voor de loonbelasting) | De natuurlijke persoon die: - tot een inhoudingsplichtige in privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat of - van een inhoudingsplichtige loon geniet uit een vroegere privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking van hemzelf of van een ander - dan wel uit een bestaande privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking van een ander. | Alleen natuurlijke personen kunnen werknemer zijn. Het gaat dus niet alleen om personen die in dienstbetrekking staan maar bijvoorbeeld ook om personen die loon uit vroegere dienstbetrekking genieten (pensioen) of personen die loon uit vroegere dienstbetrekking van een ander genieten (nabestaandenpensioen). | 2 lid 1 LB | A |
Werknemer (voor de werknemersverzekeringen) | De werknemer in de zin van de WW, de ZW, de WIA of de WAO. | 1 onderdeel o Wfsv | A | |
Werknemer (voor de Wtl) | De werknemer in de zin van de WW, de ZW, de WIA of de WAO. | 1.1 onderdeel b Wfsv | A | |
Werknemersbijdrage privégebruik auto | Het bedrag van de eigen bijdrage van de werknemer voor het privégebruik van één of meer ter beschikking gestelde ‘belaste’ auto(‘s). | Deze bijdrage komt in het algemeen gesproken in mindering op de bijtelling wegens privégebruik auto van de zaak. De bijtelling kan hierdoor in principe niet negatief worden. Zie art. 13bis lid 4 Wet LB. Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.21. | RGL | C |
Werknemersgegevens | De werknemersgegevens omvatten de opgave (en gedeeltelijke verantwoording) door een administratieve eenheid van door haar in een aangiftetijdvak op de inkomsten van een natuurlijk persoon ingehouden loonheffingen. | RGL | C | |
Werknemersverzekeringen | De WW, de WIA, de ZW en de WAO. | Alleen op grond van de WW en de WIA worden premies geheven. | B | |
Werkplek | Iedere plaats die in verband met het verrichten van arbeid wordt gebruikt en waarvoor voor de inhoudingsplichtige de Arbowet van toepassing is. Niet als werkplek wordt aangemerkt een werkruimte gelegen in een woning, de aanhorigheden daaronder begrepen, van de werknemer. | Onder voorwaarden worden woonschepen en woonwagens in dit kader als een woning aangemerkt. Het begrip werkplek is van belang in het kader van de nihilwaarderingen. In het kader van arbovoorzieningen en hulpmiddelen die ook elders gebruikt kunnen worden en die voor 90% of meer zakelijk gebruikt worden, geldt een uitgebreider begrip ‘werkplek’. Zie ook vaste werkplek. | 1.2 lid 1 onderdeel f URLB en 8.4a lid 2 URLB | A |
Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) | De wet waarin de premieheffing voor zowel de volksverzekeringen als de werknemersverzekeringen wordt geregeld. | B | ||
Wet IB 2001 | Wet inkomstenbelasting 2001 | E | ||
Wet LB | Wet op de loonbelasting 1964 | E | ||
Wet langdurige zorg (Wlz) | De wet op grond waarvan de Wlz-premie wordt geheven. | Met de Wlz wordt de langdurige zorg (denk aan de verpleegtehuizen) gefinancierd. | B | |
Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) | De wet op grond waarvan een werkgever recht kan hebben op het lage-inkomensvoordeel dan wel een loonkostenvoordeel. | B | ||
Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen. | Op grond van deze wet kan een werkgever recht hebben op de afdrachtvermindering zeevaart dan wel de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk. | B | ||
Wfsv | Wet financiering sociale verzekeringen | E | ||
Wga-premie | De premie die als onderdeel van de Whk-premie wordt geheven ten behoeve van de Werkhervattingskas. | Deze premie kan jaarlijks wijzigen. | B | |
Whk | Werkhervattingskas | |||
Whk-premie | De premie die wordt geheven ten behoeve van de werkhervattingskas. | De Whk-premie bestaat uit de Wga-premie en de ZW-premie. Deze premie kan jaarlijks wijzigen. | 38 Wfsv | B |
WIA | Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen | E | ||
Witte tabel | De tabellen die van toepassing zijn op loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Daarmee wordt in dit kader gelijkgesteld: - loon ter zake van arbeidsongeschiktheid dat niet uitsluitend bestaat uit uitkeringen of een inkomensvoorziening ingevolge WIA, de WAO, de WAZ en de Wajong, gedurende maximaal twee jaar na de aanvang van de arbeidsongeschiktheid; - loon genoten op grond van de Wazo en als aanvulling daarop door degene tot wie de desbetreffende werknemer in dienstbetrekking staat. | De witte tabellen zijn bedoeld voor werknemers die recht hebben op de arbeidskorting. Over spreekt de letterlijke wettekst over ‘loon ter zake van het vervullen van een dienstbetrekking’. Wij nemen aan dat daarmee loon uit tegenwoordige dienstbetrekking wordt bedoeld. Toen er nog papieren tabellen werden gebruikt kregen deze voor de duidelijkheid een kleur. Dat we nu nog over ‘witte’ tabellen praten stamt uit die tijd. | Regeling loonbelasting- en premietabellen 1990 | A |
Wko-opslag | De opslag op de Aof-premie ter (mede)financiering van de kinderopvangtoeslag. | 1.10 lid 1 Wet kinderopvang en 7 RVPWV 2024 | B | |
Wlz | Wet langdurige zorg | E | ||
Wlz-premie | De premie die op grond van de Wlz wordt geheven. | Deze premie kan jaarlijks wijzigen. | 11 lid 3 Wfsv en 2 RVPWlz | B |
WMM | Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag | E | ||
Woon-werkverkeer | Over het algemeen wordt bedoeld het heen en weer reizen tussen werk en woning. Het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie geeft de volgende omschrijving: De reizen die een werknemer maakt tussen zijn woon- of verblijfplaats en een vaste werkplek. | Naar onze mening moet verschil worden gemaakt tussen ‘woon-werkverkeer’ en ‘regelmatig woon-werkverkeer’. Over het algemeen veronderstelt regelmatig woon-werkverkeer een vaste werkplek. Zie ook vaste plaats van werkzaamheden. Lunchreizen vallen ook onder woon-werkverkeer. | Diverse artikelen | B |
Woonplaats | Woonplaats wordt onderscheiden van adres. Het anoniementarief is van toepassing als de werknemer zijn naam, adres, woonplaats of burgerservicenummer niet aan de inhoudingsplichtige heeft verstrekt. De woonplaats wordt aan de inhoudingsplichtige verstrekt via de opgaaf gegevens voor de loonheffingen (loonbelastingverklaring) en moet in de loonaangifte worden vermeld. De Belastingdienst meent dat het hier om de fiscale woonplaats gaat. Artikel 4 AWR zegt daarover: Waar iemand woont en waar een lichaam gevestigd is, wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Een (tijdelijke) verblijfplaats is in het algemeen niet waar een werknemer woont. Een postadres evenmin. Zie ook woonplaatsnaam. | 4 AWR; 26b Wet LB; 7.9 lid 1 URLB; | ||
Woonplaatsnaam | De door de gemeente vastgestelde naam van een woonplaats. | RGL | C | |
Woonplaatsnaam buitenland | De naam van een woonplaats in het buitenland. | RGL | C | |
Wtl | Wet tegemoetkoming loondomein | E | ||
WVA | Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen | E | ||
WW | Werkloosheidswet | E | ||
Ziektewet | Op grond van deze wet kunnen werknemers in bepaalde specifieke gevallen aanspraak maken op een uitkering bij ziekte. | Er worden op grond van deze wet geen premies geheven. Wel wordt er een ZW-premie geheven als onderdeel van de Whk-premie. | B | |
Zorgverzekeringswet | Op grond van deze wet zijn onder meer inwoners van Nederland verplicht een ziektekostenverzekering te sluiten. | Op grond van deze wet wordt de inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet geheven. | Hoofdstuk 5 Zvw | B |
Zvw | Zorgverzekeringswet | E | ||
Zvw-bijdrage | De inkomensafhankelijke bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet. | D | ||
ZW | Ziektewet | E | ||
ZW-premie | De premie die wordt geheven als onderdeel van de Whk-premie. | B | ||
Aanwas in het cumulatieve premieloon AWf uitkering | Het bedrag waarover in het aangiftetijdvak voor de inkomstenverhouding door de administratieve eenheid de premie AWf uitkering is berekend. | RGL | C | |
Aanwas in het cumulatieve premieloon Whk | Het bedrag waarover in het aangiftetijdvak voor de inkomstenverhouding door de administratieve eenheid de Whk-premie is berekend. | RGL | C | |
Premie AWf uitkering | Het bedrag dat door de administratieve eenheid in het tijdvak voor de inkomstenverhouding aan premie AWf over de uitkering is verschuldigd. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 7.2. | RGL | C |
Totaal aanwas in het cumulatieve premieloon AWf uitkering | Het totaalbedrag waarover in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid de premie AWf uitkering is berekend. | RGL | C | |
Totaal aanwas in het cumulatieve premieloon Whk | Het totaalbedrag waarover in het aangiftetijdvak door de administratieve eenheid de gedifferentieerde premie Whk is berekend. | RGL | C | |
Totaal premie AWf uitkering | Het totaalbedrag dat de administratieve eenheid in het aangiftetijdvak aan Premie AWf uitkering, moet afdragen. | RGL | C | |
Code incidentele inkomstenvermindering – code K | Kindverlof | D | ||
Code incidentele inkomstenvermindering – code O | Onbetaald verlof | D | ||
Code incidentele inkomstenvermindering – code S | Stakingsdagen | D | ||
Code incidentele inkomstenvermindering – code Z | Ziekte | D | ||
Code loonbelastingtabel (2e cijfer) - Kleur tabel - code 2 | Groen | Zie groene tabel. | D | |
Code loonbelastingtabel (1e cijfer) - Soort tabel - code 0 | Tabel zonder herleidingsregels, werknemer zowel belasting– als premieplichtig | In de meeste gevallen is code 0 aan de orde. De overige codes kunnen een rol gaan spelen als de werknemer in het buitenland werkt en/of woont. | D | |
Code loonbelastingtabel (1e cijfer) - Soort tabel - code 3 | Werknemer alleen premieplichtig voor de volksverzekeringen (AOW/ANW/Wlz) | D | ||
Code loonbelastingtabel (1e cijfer) - Soort tabel - code 5 | Werknemer alleen belastingplichtig | D | ||
Code loonbelastingtabel (1e cijfer) - Soort tabel - code 6 | Werknemer belastingplichtig en niet premieplichtig voor de Wlz | D | ||
Code loonbelastingtabel (1e cijfer) - Soort tabel - code 7 | Werknemer belastingplichtig en alleen premieplichtig voor de Wlz | D | ||
Code loonbelastingtabel (3e cijfer) - Loontijdvak - code 0 | Uitsluitend tabel voor bijzondere beloningen toegepast | Zie ook tabel bijzondere beloningen. | D | |
Code loonbelastingtabel (3e cijfer) - Loontijdvak - code 1 | Kwartaal | De tabellen sluiten aan bij het loontijdvak. Zie ook tijdvaktabel. | D | |
Code loonbelastingtabel (3e cijfer) - Loontijdvak - code 2 | Maand | De tabellen sluiten aan bij het loontijdvak. Zie ook tijdvaktabel. | D | |
Code loonbelastingtabel (3e cijfer) - Loontijdvak - code 3 | Week | De tabellen sluiten aan bij het loontijdvak. Zie ook tijdvaktabel. | D | |
Code loonbelastingtabel (3e cijfer) - Loontijdvak - code 4 | 4-weken | De tabellen sluiten aan bij het loontijdvak. Zie ook tijdvaktabel. | D | |
Code loonbelastingtabel (3e cijfer) - Loontijdvak - code 5 | Dag | De tabellen sluiten aan bij het loontijdvak. Zie ook tijdvaktabel. | D | |
Code reden einde arbeidsverhouding – code 01 | Opzegging/ontslag door de werkgever binnen de proeftijd | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 03 | Ontbinding door rechter op verzoek van de werkgever | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 04 | Beëindiging arbeidsverhouding met wederzijds goedvinden op initiatief van de werkgever | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 05 | Opzegging/ontslag door de werkgever vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 06 | Opzegging/ontslag door de werkgever vanwege bedrijfseconomische redenen | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 20 | Einde arbeidsverhouding door opzegging werknemer, door toedoen werknemer of op initiatief van de werknemer | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 21 | Opzegging/ontslag door werkgever om dringende reden (ontslag op staande voet) | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 30 | Einde van rechtswege vanwege verstrijken duur arbeidsverhouding voor bepaalde tijd | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 31 | Einde van rechtswege, om een andere reden (intreden ontbindende voorwaarde, pensionering, overlijden, e.d.) | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 40 | Einde uitzendovereenkomst, inroepen uitzendbeding door inlener vanwege ziekte uitzendkracht | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 41 | Einde uitzendovereenkomst, inroepen uitzendbeding door inlener om een andere reden | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 50 | Ontslag publiekrechtelijke aanstelling vanwege onbekwaamheid of ongeschiktheid | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 51 | Ontslag publiekrechtelijke aanstelling vanwege leeftijd/pensionering | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 90 | De arbeidsverhouding loopt door, maar de inkomstenverhouding is administratief beëindigd | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 91 | De arbeidsverhouding loopt door bij een nieuwe werkgever | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 92 | De arbeidsverhouding wordt zonder onderbreking opgevolgd door een nieuwe arbeidsverhouding bij dezelfde werkgever | D | ||
Code reden einde arbeidsverhouding – code 99 | Een andere, hiervoor niet genoemde reden | D | ||
Code loonbelastingtabel / Bijzondere situaties - code 210 | Aannemers van werk, thuiswerkers, sekswerkers en gelijkgestelden | D | ||
Code loonbelastingtabel / bijzondere situaties - code 220 | Binnenlandse artiesten | D | ||
Code loonbelastingtabel / bijzondere situaties - code 221 | Buitenlandse artiesten of beroepssporters (verlaagd tarief ) | D | ||
Code loonbelastingtabel / bijzondere situaties - code 224 | Buitenlandse artiestengezelschappen en sportploegen | D | ||
Code loonbelastingtabel / bijzondere situaties - code 225 | Buitenlandse beroepssporters met een verlaagd tarief op grond van een ministerieel besluit | D | ||
Code loonbelastingtabel / bijzondere situaties - code 226 | Werknemer niet belastingplichtig en alleen premieplichtig voor de Wlz | D | ||
Code loonbelastingtabel / bijzondere situaties - code 227 | Werknemer niet belastingplichtig en alleen premieplichtig voor de ANW | D | ||
Code loonbelastingtabel / bijzondere situaties - code 228 | Werknemer niet belastingplichtig en alleen premieplichtig voor de AOW/ANW | D | ||
Code loonbelastingtabel / bijzondere situaties - code 250 | Percentagetarief bijstand | D | ||
Code loonbelastingtabel / bijzondere situaties - code 940 | 52%-tarief in verband met anonieme werknemers | D | ||
Code loonbelastingtabel / bijzondere situaties - code 950 | 52%-tarief in verband met negatieve uitgaven bij afkoop van inkomensvoorzieningen | D | ||
Code loonbelastingtabel / bijzondere situaties - code 999 | Overige gevallen waarin geen tabel is toegepast | D | ||
Code reden geen bijtelling auto – code 1 | Afspraak via werkgever met Belastingdienst | D | ||
Code reden geen bijtelling auto – code 2 | Werknemer heeft verklaring geen privégebruik auto Belastingdienst | D | ||
Code reden geen bijtelling auto – code 3 | Ander bewijs personen- en bestelauto | D | ||
Code reden geen bijtelling auto – code 5 | Doorlopend afwisselend gebruik bestelauto | D | ||
Code reden geen bijtelling auto – code 7 | Werknemer heeft verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto Belastingdienst | D | ||
Code verzekeringssituatie Zvw (ook: code Zorgverzekeringswet) - code A | Niet verzekeringsplichtig omdat persoon niet verzekerd is voor Wlz | D | ||
Code verzekeringssituatie Zvw (ook: code Zorgverzekeringswet) - code B | Niet verzekeringsplichtig omdat persoon militair ambtenaar is in werkelijke dienst of met buitengewoon verlof | D | ||
Code verzekeringssituatie Zvw (ook: code Zorgverzekeringswet) - code G | Niet verzekeringsplichtig omdat persoon buitenlands artiest of buitenlands beroepssporter is waarbij code loonbelastingtabel 221, 224 of 225 is toegepast. | D | ||
Code verzekeringssituatie Zvw (ook: code Zorgverzekeringswet) - code H | Wel verzekeringsplichtig, geen tarief toegepast omdat persoon binnenlands artiest is waarbij code loonbelastingtabel 220 is toegepast | D | ||
Code verzekeringssituatie Zvw (ook: code Zorgverzekeringswet) - code I | Niet verzekeringsplichtig omdat persoon niet verzekerd is voor de Wlz, maar wel pseudobijdrage verschuldigd omdat in het woonland recht bestaat op zorg ten laste van Nederland (artikel 69 Zvw) | D | ||
Code verzekeringssituatie Zvw (ook: code Zorgverzekeringswet) - code K | Wel verzekeringsplichtig, normaal tarief werkgeversheffing | D | ||
Code verzekeringssituatie Zvw (ook: code Zorgverzekeringswet) - code L | Wel verzekeringsplichtig, 0%-tarief werkgeversheffing (zeelieden) | D | ||
Code verzekeringssituatie Zvw (ook: code Zorgverzekeringswet) - code M | Wel verzekeringsplichtig, ingehouden bijdrage | D | ||
Code verzekeringssituatie Zvw (ook: code Zorgverzekeringswet) - code N | Wel verzekeringsplichtig, meer tarieven werkgeversheffing (K en L) | D | ||
Code invloed verzekeringsplicht – code A | Echtgenoot of familie van de eigenaar of van de DGA | D | ||
Code invloed verzekeringsplicht – code B | Vorige eigenaar | D | ||
Code invloed verzekeringsplicht – code D | Oproep/invalkracht zonder verplichting om te komen | D | ||
Code invloed verzekeringsplicht – code E | Oproep/invalkracht met verplichting om te komen | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 01 | Arbeidsovereenkomst (exclusief BBL) | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 04 | Deelvisser | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 06 | Musicus / artiest | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 07 | Stagiair | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 11 | Uitzendkracht | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 18 | Publiekrechtelijke aanstelling | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 21 | WSW beschut werk | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 22 | WSW detachering bij reguliere werkgever | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 23 | WSW begeleid werk | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 24 | Participatiewet beschut werk | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 79 | Opting-in regeling | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 81 | Overige fictieve dienstbetrekkingen | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 82 | Payrolling | D | ||
Code aard arbeidsverhouding – code 83 | Beroepspraktijkopleiding van de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) | D | ||
Code fase indeling F&Z – code 01 | Fase 1-2 met uitzendbeding | D | ||
Code fase indeling F&Z – code 03 | Fase 3 | D | ||
Code fase indeling F&Z – code 04 | Fase 4 | D | ||
Code fase indeling F&Z – code 05 | Wettelijk regime | D | ||
Code fase indeling F&Z – code 06 | Ketensysteem | D | ||
Code fase indeling F&Z – code 17 | Fase A met uitzendbeding | D | ||
Code fase indeling F&Z – code 18 | Fase B | D | ||
Code fase indeling F&Z – code 19 | Fase C | D | ||
Code fase indeling F&Z – code 38 | Fase A zonder uitzendbeding, met uitsluiting van loondoorbetalingsverplichting | D | ||
Code fase indeling F&Z – code 40 | Fase A zonder uitzendbeding | D | ||
Code fase indeling F&Z – code 41 | Fase 1-2 zonder uitzendbeding | D | ||
Code fase indeling F&Z – code 43 | Fase 1-2 zonder uitzendbeding, met uitsluiting van loondoorbetalingsverplichting | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 11 | Loon of salaris ambtenaren in de zin van de Ambtenarenwet | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 13 | Loon of salaris directeuren van een nv/bv, wel verzekerd voor de werknemersverzekeringen | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 15 | Loon of salaris niet onder te brengen onder 11, 13 of 17 | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 17 | Loon of salaris directeur-grootaandeelhouder van een nv/bv, niet verzekerd voor de Werknemersverzekeringen | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 18 | Wachtgeld van een overheidsinstelling | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 22 | Uitkering in het kader van de Algemene Ouderdomswet (AOW) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 23 | Oorlogs- en verzetspensioenen | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 24 | Uitkering in het kader van de Algemene nabestaandenwet (ANW) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 31 | Uitkering in het kader van de Ziektewet (ZW), vrijwillige verzekering Ziektewet en de Wet arbeid en zorg (WAZO) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 32 | Uitkering in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en particuliere verzekering ziekte, invaliditeit en ongeval | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 33 | Uitkering in het kader van de Nieuwe Werkloosheidswet (nWW) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 34 | Uitkering in het kader van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 36 | Uitkering in het kader van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (Waz) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 37 | Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 38 | Samenloop (gelijktijdig of volgtijdelijk) van uitkeringen van Wajong met Waz, WAO/IVA of WGA | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 39 | Uitkering in het kader van de Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 40 | Uitkering in het kader van de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 42 | Uitkering in het kader van bijstandsbesluit Zelfstandigen (Bbz) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 43 | Uitkering in het kader van de Participatiewet (voorheen WWB) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 45 | Uitkering in het kader van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 46 | Uitkering uit hoofde van de Toeslagenwet | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 50 | Uitkeringen in het kader van overige sociale verzekeringswetten, hieronder vallen tevens: Ongevallenwet 1921, Land- en tuinbouwongevallenwet 1922 en Zeeongevallenwet 1919 (niet 22, 24, 31 tot en met 45 of 52). | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 52 | Uitkering in het kader van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 53 | Uitkering in het kader van vervroegde uittreding | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 55 | Uitkering in het kader van de Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers (APPA) | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 56 | Ouderdomspensioen dat via de werkgever is opgebouwd of ouderdomspensioen opgebouwd via een verplichte beroepspensioenregeling / bedrijfstakpensioenregeling | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 57 | Nabestaandenpensioen dat via de werkgever is opgebouwd of nabestaandenpensioen opgebouwd via een verplichte beroepspensioenregeling / bedrijfstakpensioenregeling | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 58 | Arbeidsongeschiktheidspensioen dat via de werkgever is opgebouwd of arbeidsongeschiktheidspensioen opgebouwd via een verplichte beroepspensioenregeling / bedrijfstakpensioenregeling | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 59 | Lijfrenten die zijn afgesloten in het kader van een individuele of collectieve Arbeidsovereenkomst | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 60 | Lijfrenten die niet zijn afgesloten in het kader van een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 61 | Aanvulling van de werkgever aan een werknemer op een uitkering werknemersverzekeringen, terwijl de dienstbetrekking is beëindigd | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 62 | Ontslagvergoeding / transitievergoeding | D | ||
Code soort inkomstenverhouding/ inkomenscode – code 63 | Overige, niet hiervoor aangegeven, pensioenen of samenloop van meerdere pensioenen/lijfrenten of een betaling op grond van een afspraak na einde dienstbetrekking | D | ||
Indicatie deelname tijdspaarfonds | Indicatie die aangeeft of de werknemer binnen de inkomstenverhouding deelneemt aan een tijdspaarfonds. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, par. 29.26, par. 21.2.2 en de Bijlage Tijdspaarfonds. | RGL | C |
Indicatie aanvraag loonkostenvoordeel arbeidsgehandicapte werknemer | Indicatie waarmee de administratieve eenheid verzoekt om in aanmerking te komen voor een loonkostenvoordeel in verband met het in dienst nemen van een arbeidsgehandicapte werknemer. | Zie het Handboek Loonheffingen 2024, Versie april, 1e editie, hoofdstuk 27. | RGL | C |